scheidsrechters die altijd fluiten in het
voordeel van de zwakken, of zij die de
grote clubs te vriend willen houden. En het
maakt niet uit of je praat over basketbal,
voetbal of tennis. 'Ik heb zo lang als coach
in het basketbal meegedraaid dat ik alle
scheidsrechters van haver tot gort kende.
Het waren mijn vriendjes. Bij een groot
aantal wist ik dat mijn ploeg nooit kon
verliezen.'
Verliezen kon hij trouwens slecht. Nog
steeds. 'Pierre de Coubertin is al heel lang
dood. Deelnemen belangrijker dan
winnen: hou op zeg. Ik wil winnen, of het
nu gaat om sport of met mijn bedrijf. Maar
nooit over lijken, hè. Nooit. Toen ik met
Kinzo Amstelveen zag dat we die Europa
Cup nooit zouden kunnen winnen, was ik
de eerste die riep "wegwezen, kappen". Het
had gekund als we er nog wat miljoenen in
hadden gestopt. Maar dat ging me te ver.
We hebben ons toen als hoofdsponsor
teruggetrokken.'
Dat het, na de veelbelovende jaren
zeventig, nooit iets is geworden met het
Nederlandse basketbal zal hem nu worst
wezen. Natuurlijk, hij vindt het
'verschrikkelijk jammer' dat de sport is
doodgebloed. Maar laat nu wat
enthousiaste dertigers zich er maar eens
mee bemoeien. Hij heeft, zegt hij, lang
genoeg z'n nek uitgestoken en heeft telkens
ervaren dat het de basketbalbond
ontbreekt aan daadkracht en beleid.
Terwijl de voorwaarden zo gunstig zijn in
Nederland: sportzalen en pleintjes genoeg,
Nederlanders worden ieder jaar groter, de
Amerikaanse straatcultuur floreert hier als
nergens anders. 'Lukt het niet in
Nederland, dan niet. Ik volg mijn
wedstrijdjes in de NBA toch wel. Basketbal
is nu eenmaal niet zo verankerd in de
Nederlandse cultuur als voetbal of
schaatsen. Volleybal doet het nu goed,
maar ik moet nog zien dat het echt wat
wordt.'
'De basketbalbond heeft niet alert
gereageerd. In plaats van mee te varen op
de golf van het succes, heeft de bond er
alles aan gedaan die golf te keren. Er is
nooit geprobeerd de jeugd aan het
basketballen te krijgen. Ik heb altijd gezegd
dat er, net als met voetbal, een lagere-
scholencompetitie moet komen. Beginnen
aan de basis. Dan bereik je, zoals in
Amerika, ook de ouders.'
Maar de grootste schuld ligt bij de
journalisten. Het journaille heeft alleen
tegen- in plaats van meegewerkt. 'Altijd
maar die Nederlandse negatieve kritiek. De
Ben de Graaf-school, zeg maar. Mart
Smeets? Hou op, zo negatief. Aardige
jongen hoor, die Smeets, maar hij had
positiever moeten zijn. Smeets denkt dat er
op de wereld maar één goede basketballer
heeft rondgelopen. Mart Smeets, ja. Al
hadden die negatievelingen misschien
gelijk, ze hadden veel positiever moeten
schrijven.'
Nou ja, hij moet wel eerlijk zijn, zegt hij.
Het was hem er natuurlijk ook niet om te
doen om de basketbalsport naar een hoger
plan te tillen. 'Het was puur marketing. We
wilden met ons bedrijf bekend worden.'
Aan de andere kant, basketbal was wél zijn
sport. Van jongsaf aan al. Met zijn club
AMVJ werd hij in de jaren vijftig, toen
Nederland zo'n drieduizend basketballers
telde, twee keer landskampioen. 'Ik weet
veel van basketbal. Vanaf m'n twintigste
ben ik ook coach geweest.'
Onderwijzer zou hij worden. Aan de
kweekschool behaalde hij de 'akte J',
waardoor hij ook gymnastiek mocht geven.
Vier jaar stond hij voor de klas, maar
verdiende er 'geen droog brood mee'. Toen
hij eind jaren zestig het bedrijf van zijn
vader kon overnemen, was er geen
aarzeling. Altijd met het grootste plezier
gewerkt. Ook nu hij al dik in de zestig is.
En van afbouwen wil het maar niet komen.
In oktober 1996 brandde de twaalfduizend
vierkante meter grote opslagruimte in
Mijdrecht af. Ja, en er moet toch iemand
zijn die de bouw van de nieuwe fabriekshal
een beetje netjes begeleidt.
Zinloos
Met sport bemoeit hij zich alleen nog als
toeschouwer. Af en toe een NBA-wedstrijd
volgen in Amerika, af en toe naar een
internationale voetbalwedstrijd. Aan
sponsoring begint hij niet meer.
Sponsoring is een zinloze onderneming,
zegt Kinsbergen. Zeker als het gaat om
223
Ik was, net als mijn
vroegere buurman in
Vinkeveen iohan Cruijff,
een voorstander van
aanvallen. Scoren, scoren
scoren. Ik hou niet van dat
getiktak, van spelen op
balbezit