mensen. Litmanen is Ajax. Danny Blind
komt toch uit Zeeland? Voor mij is Blind
honderd procent Ajax. Chelsea uit Londen
is een foreign legion. De tribunes zijn
volgepakt. Niet alleen omdat er wordt
gewonnen, maar ook omdat de mensen
mooier voetbal zien. Ik zat er niet mee om
acht Amerikanen in mijn ploeg op te
nemen. Het publiek heeft er ook nooit mee
gezeten. Bij Kinzo Amstelveen hebben de
mensen beter en mooier basketbal gezien.'
Tegenspartelaars
Theo Kinsbergen is eigenaar-directeur van
Kinzo Tools, groot-importeur van
gereedschappen die merendeels worden
betrokken uit goedkope productielanden.
Het bedrijf is rekkenvuller van de grote
bouw- en doe-het-zelfmarkten en omdat
klussen sinds jaar en dag de nationale
hobby is gaat het Kinzo sinds jaar en dag
naar den vleze. 'Over bedragen praat ik
niet. Maar het gaat niet slecht.'
Kinsbergen is gezond-verstand
ondernemer, no-nonsense zakenman. Met
zijn geld verbouwde hij in de jaren zeventig
het nietige BV Amstelveen tot het, in
Nederland, ongenaakbare Kinzo
Amstelveen. Andersom verschafte de met
Amerikaanse Nederlanders volgepropte
basketbalploeg het bedrijf van Kinsbergen
een hoeveelheid publiciteit die hij bij de
Ster nooit had kunnen kopen. Voor wat
hoort wat, nietwaar?
Maar Nederland was nog niet klaar voor de
fratsen van Kinsbergen. In het links-
wollige klimaat van de jaren zeventig,
waarin sport tot verheffing van de
mensheid diende en commercie een vies
woord was, werd Kinsbergen
gewantrouwd. 'Ik wilde vooruitgang,
verbetering. Dat is toch progressief?' Het
conservatisme, zegt hij, kwam van
anderen. Van de banken, die hem
afraadden zijn geld in sport te steken; van
de basketbalbond, die hem verbood als
eredivisiecoach op te treden; van de clubs,
die vonden dat hij te veel goede
Amerikanen kocht; van de journalisten, die
vonden dat hij spelers misbruikte als
handelswaar. 'Vooral in de linkse hoek trof
ik nogal wat tegenspartelaars aan. Ben de
Graaf, chef sport van de Volkskrant toen,
was een verklaard tegenstander van
sponsoring. Heel dom. Sport heeft een
grote vlucht genomen dankzij sponsoring.
Ach, nieuwe dingen roepen weerstand op.
Als ik morgen met een nieuw product
kom, verkoop ik er niets van. Het gaat pas
lopen als al m'n concurrenten het ook gaan
verkopen.'
Al moesten sport en geld in de vroege jaren
zeventig zo min mogelijk met elkaar in
verband worden gebracht, toch deed heel
langzaam sponsoring haar intrede. Ook in
het basketbal, de sport die Kinsbergen van
jongsaf had bedreven. Levi's had zijn naam
verbonden aan de Flamingo's uit Haarlem,
Fiat aan het Amsterdamse Blue Stars. Wat
toen Studio Sport 2 heette, ragde er op de
late zondagavond in een half uurtje alle
Nederlandse zaalsporten door, aangevuld
met wat veldrijden en ijspeedway. In de
leader van het programma renden
basketballers prominent door het beeld,
met heel prominent de naam van de
clubsponsor op hun borst. 'Zoveel gratis
tv-reclame wilde ik ook.'
Samen met zijn broer Martin was
Kinsbergen aan het hoofd van Kinzo
komen te staan en het bedrijf kon wel wat
reclame gebruiken. 'Ik was er door-en-
door van overtuigd dat het een goede
beslissing was om te gaan sponsoren.
Fingerspitzengefühl. Ik wist dat het zou
lukken, ook al was er nergens een
voorbeeld. In Amerika bestond geen
clubsponsoring, in het Nederlandse
voetbal mocht het nog niet.'
Broer Martin speelde bij
basketbalvereniging Amstelveen, dat wel
oren had naar het geld van de Kinsbergens.
'Ons voorstel was goed. Goed voor ons,
goed voor de club.' Kinzo nam het eerste
team geheel onder zijn hoede; spelers
kwamen op de loonlijst van het bedrijf.
Inclusief de goodwill-som die hij aan de
club overmaakte, was Kinsbergen in het
eerste jaar ongeveer 75.000 gulden kwijt. In
'Smeets denkt dat
er op de wereld
maar één goede
basketballer heeft
rondgelopen. Mart
Smeets. ia.'
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1998
221