'Spelikootsj'
door Rick de Leeuw
o
Waarom wilde de kleine Rick niet eten? En waarom zei hij, toen de juf
Hoogezand-Sappemeer aanwees op de kaart: 'Bazel'? Zijn moeder hield het erop
dat de jongen verliefd was. Of was er iets anders aan de hand?
Bezorgd keek zi jn moeder naar het bord
dat nog onaangeroerd op tafel stond. Patat
met kip was toch altijd zijn favoriete eten?
Ze wilde de toetjes al halen, en hij had nog
niets gegeten. Wat was er toch met die
jongen aan de hand? Dit was nu al de
tweede avond dat hij alles liet staan. Terwijl
zo'n ventje van bijna tien honger als een
paard zou moeten hebben. Hij was toch
niet ziek? Toen ze opstond van tafel voelde
ze even aan zijn voorhoofd. Geen koorts.
Wat zou het dan kunnen zijn? Misschien
was hij wel verliefd. Zoals hij daar maar
wat voor zich uit zat te staren, kon ze
alleen dat maar bedenken. Ze dacht terug
aan haar eigen eerste liefdes.
Toen had ze ook nooit een hap door haar
keel kunnen krijgen. Wat een drama's had
dat gegeven.
'Zoveel kostelijk voedsel,' had haar vader
geschreeuwd.
Altijd weer. Als zij lusteloos haar eten heen
en weer over haar bord schoof, kwam hij
met datzelfde verhaal.
'Zoveel kostelijk voedsel. Weet jij hoeveel
mensen een moord zouden doen voor zulk
kostelijk voedsel?' Nee. En trouwens, het
interesseerde haar op zulke momenten ook
niet zoveel. Als ze het wilden hebben,
mochten ze het komen halen. Maar ze keek
wel uit om dat te zeggen.
Toen al had ze zich voorgenomen om, als
ze later zelf kinderen zou hebben, het
anders te doen. Ze keek vertederd naar
haar jongste zoon. Verliefd, dat was het
natuurlijk. Opgelucht ruimde ze de tafel af.
Ze was benieuwd waar hij eerdaags mee
thuis zou komen. Misschien wel dat leuke
blonde meisje, die dochter van de bakker.
Aardige mensen trouwens, die van de
bakker. Veel leuker dan die opschepperige
types van de kapper. Die hadden ook een
dochter. Maar haar zoon zou toch wel
beter weten. Nou ja, het was maar het beste
om er nu niet al te veel zorgen over te
maken. Zorgen zorgen voor zichzelf. Ze
liep met de borden de keuken in. De kip
zou ze bewaren, misschien lustte hij er
vanavond iets van.
Glazig staarde hij de volgende ochtend uit
het raam van het klaslokaal. Ze waren bezig
met Noord-Nederland. Plaatsnamen. Een
makkie. Alleen bij Winschoten en
Stadskanaal was het altijd even opletten.
Dan had je bijna alle plaatsen gehad en dan
zou je zien dat het bij de laatste twee nog
fout ging. Winschoten lag aan het Water,
daar kon je het aan onthouden.
Winschoten, Klaas Nuninga kwam er
vandaan. Die voetbalde bij Ajax. Uit
Stadskanaal kwam niemand.
Juf wees Assen aan. Sies Wever. Hij keek
weer naar buiten. Het schoolplein zag er
saai uit. De meisjes hadden er nu zelfs al
een hinkelbaan getekend. In van die
stomme meisjeskleuren. Belachelijk.
Vorige maand had het Hoofd van de
School nieuwe regels gemaakt. Er mocht
op het schoolplein niet meer gevoetbald
worden. Daar kwamen alleen maar
ongelukken van. Het schoolplein was er
voor iedereen. Sindsdien was het plein van
de meisjes. Het Hoofd van de School hield
niet van voetbal.
Hij probeerde zich voor te stellen hoe het
was om niet van voetballen te houden. Wat
deed je dan, als je uit school kwam? En wie
wilde je zijn in de pauze? En voor wie was
je, als Studio Sport op tv was? En was je
dan niet zenuwachtig voor de wedstrijd
van vanavond?
'Rick, mogen we misschien weten wat er zo
belangrijk is?'
Juf keek hem streng aan.
Haar aanwijsstok rustte op Hoogezand-
Sappemeer. Hij schrok.
'Bazel, juffrouw,' antwoordde hij naar
waarheid. De klas barstte in lachen uit.
'Hoogezand-Sappemeer!' verbeterde de
juffrouw.
'Jij blijft vanmiddag maar even na, dan
zullen we zien of je nog steeds zo grappig
bent!'
De klas was op slag stil. Nablijven op
woensdag was het ergste wat je kon
overkomen. Om half twee begon het
trainen, en als je te laat was mocht je er
niet meer bij.
'Als je de training niet belangrijk genoeg
vindt, blijf je maar weg,' zei de trainer
altijd. En gelijk had-ie.
Het was hem nog nooit gebeurd. Gelukkig
maar.
Hij had het wel eens gezien, dat er jongens
te laat waren geweest. Bij het hek had de
terreinknecht gestaan, vinger op zijn
horloge. 'Jullie zijn verkeerd. FC Te Laat is
hier niet Jc kon aan zijn gezicht zien dat
hij het gcéii i, uk kul wehje vond. Maar hij
was onverbiddelijk geweest.
174
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1998