Maar als je het nu zegt en je geeft een foute
bal...
Wim: Als je nu precies hetzelfde flikt en
zegt als wij vroeger, zegt een sponsor
misschien wel: moet je luisteren, die vent
moet je niet in je club hebben; dat is
lekker, voor die drie of vijf miljoen die ik
per jaar betaal, daar heb ik geen trek in, om
met zo'n man geassocieerd te worden.
Danny: Ik denk dat het onderling niet
zoveel uitmaakt, vroeger of nu. Naar
buiten toe is het veel minder leuk
geworden.
Dick: In jouw beginperiode was het ook
nog wel zoals vroeger.
Danny: Ik heb zelfs nog met Willem
gevoetbald, bij Sparta.
Wim: Ik heb nog met Blind
gelegen.
Danny: Wij hadden een
middenveld... Advocaat,
Suurbier, Van Gaal. Dan
weet je het wel.
Wim: Toen ik kwam: één
punt uit zeven wedstrijden,
maar wel als vijfde
geëindigd dat seizoen. Effe
wel nagaan, hè! Niet alleen
dollen, maar ook
ertegenaan, hè? Danny
heeft het meegemaakt, daar
in het spelershome van
Sparta. Uit de kunst.
Perfect. Een echte kroeg!
Danny: En nog hoor. Ik
was er vorige week.
Hebben ze met 5-0 op hun
kloten gehad; nou, de
muziek gaat echt niet
zachter.
Dit brengt het gesprek op het onderwerp
clubliefde. Aan tafel zit een persoon die
zijn hele leven maar bij één club gespeeld
heeft.
Danny: Ja Piet, hoe zit dat? Ik heb nooit
ergens gelezen waarom jij nooit ergens
anders hebt gespeeld. Kreeg jij dan geen
aanbiedingen? Of wimpelde je die meteen
af?
Piet: Tot mijn dertigste was er helemaal
geen sprake van het buitenland. De
grenzen met Italië waren gesloten. Spanje
was niet aan de orde. Engeland had geen
belangstelling. Frankrijk was ook gesloten.
Alleen België was open. Pas in '73 ging het
open. Dus met clubliefde had het niet alles
te maken.
Danny (lachend): Die was er toen dus ook
niet; jullie konden alleen niet anders dan
gewoon bij je club blijven.
Dit gezegd zijnde, snijden we een laatste
onderwerp aan: wat is de magie van Ajax?
Bijna uit één keel klinkt wat het het luidst
verwoord wordt door Wim Suurbier: 'Dit!
Dit hier is de magie van Ajax, dat je elkaar
allemaal weer ziet.'
Bob: Een mooi voorbeeld was ook de
wedstrijd voor Dick van Dijk.
Jari: Of het afscheidsdiner van de Meer.
Bob: En Lucky Ajax. En de spelers die in de
winter terugkomen om te trainen.
'Hartelijk welkom, ga je maar omkleden.'
Danny: Ik denk wel, en dat zeg ik nou niet
omdat Piet en Willem en Johan hier zitten,
dat de magie van Ajax heel veel te maken
heeft met '71, '72 en '73. Dat heeft die
hele club gevormd.
Dick: En ook het Nederlands elftal in '74,
dat moet je er ook bij noemen.
Piet: Die periode heeft Nederland op de
kaart gezet. Voor die tijd waren we...
Wim: Niets!
Piet:net zo sterk als Luxemburg.
Wim: IJsland.
Piet: Noorwegen. Finland.
Bob: Als je interviews leest met spelers als
Marco van Basten, Joop en noem ze maar
op, dan hebben ze het altijd
vijf of zes keer over de club waar ze het
eerst bij gevoetbald hebben. Dat straalt
Ajax nog altijd uit. Ga maar na. Simon?
Piet: Als er een Nederlandse journalist bij
Simon komt wel, maar een Belgische... die
interesseert het niet zo veel.
Simon: Nou, vergis je niet.
Bob: Joop ook weer, een paar weken
geleden. In een interview praat hij toch
weer over die periode bij Ajax.
Piet: Dat is de magie volgens mij.
Heeft dat ook met het spel te maken
Bob: Nee, het is gewoon de liefde voor de
club. Waar je het zo fantastisch naar je zin
hebt gehad.
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1998