woensdag wedstrijden, vrijdag
wedstrijden... Wij hadden toch nog wel
eens dat er gewoon een week tussen zat.
Dick: Dan moet jij alle wedstrijden eens
optellen die zij nu spelen en die wij
speelden. Vierendertig voor de competitie;
hadden wij ook. De Europa Cup; als ik er
even van uitga dat je tot de finale kwam,
zoals in jullie tijd, dan speelde je zeven,
acht wedstrijden; het Nederlands elftal...
Danny: Maar jullie kwamen nooit zo ver,
Dick!
(Hilariteit en luid gelach. Vooral Suurbier
stelt de opmerking op prijs. Schoenaker
blijft onverstoorbaar.)
Dick: Maar wel tot de halve finale.
Danny: Nottingham Forest, ja, ja.
Dick: En dan nog al die tripjes die we
hadden.
Danny: Die hadden jullie meer dan wij.
Dat hebben wij weer niet.
Dick: De conclusie is denk ik, dat er nu wat
lichter getraind wordt dan in onze tijd.
Simon: Eigenlijk wel.
Piet: Natuurlijk. Wij hebben allemaal het
zwaarst getraind. Ieder voor zich.
Wim: Jij ook?
Bob: Het was behoorlijk pittig altijd, hoor.
Bij Rinus, bij Ivic.
Wim: Goed, maar het was toch niet echt
dat je buiten adem liep?
Bob: Ach jawel, Willem, je moest toch tijd
lopen door de Bosbaan, man.
Wim: Maar dat is toch niet zo moeilijk?
Jari: Je hoefde niet na te denken. Gewoon
lopen.
Wim: Gewoon lopen, dat is het
makkelijkste wat er is.
Johan: Ja, maar jullie wisten een bepaalde
weg.
Wim: Die bepaalde weg, ja.
Johan: Dan zaten ze al lekker te wachten als
je eraan kwam.
Wim: Daar is-ie nog drie jaar langer door
meegegaan, die Piet, omdat hij die
bepaalde weg had gepikt.
Bob: Ze liepen niet de brug op, maar ze
gingen ervoorlangs. Dan stond je bij dat
bruggetje te kijken...
Piet: Maar... hij heeft ons nooit verraden.
Wim: En dat wil ik nou maar zeggen. Je
doet het toch voor jezelf?
Simon: Je pikt van jezelf.
Wim: Ik pikte nooit. Want als je dan een
slechte prestatie leverde, zegt de trainer:
tja, je hebt gejat. Dan lig je toch niet lekker
in je bedje?
Dick: Johan deed het altijd, hè, die pikte
altijd. En toen hij zelf trainer werd, zette hij
er allemaal mensen neer. Nu is het beter,
vroeger was het leuker. Zullen we het
daarop houden?
Wim: Vroeger beter of leuker, helemaal
niet. Wij hadden een leuke tijd, maar zij
hebben ook een leuke tijd.
Danny: Mensen blijven altijd hetzelfde.
Heb je tien mensen, dan zitten er altijd een
paar piassen tussen. Alleen, vroeger had je
de NOS en drie kranten
en dat was het. Toen kon
je veel gemakkelijker een
dolletje maken.
Wim: Klopt. Juist.
Danny: Maar als je nu
eens van de regenpijp
afglijdt, moet je dat acht
weken horen want
iedereen wil er een
itempje over maken.
Daarom is het nu niet
spontaan meer. Als
Willem zei dat hij veertig
biertjes op had, de avond
ervoor, lachte toch
iedereen? Dat vond toch
iedereen prachtig?
Wim: Tuurlijk.
Danny: En dan speelde hij
de pannen van het dak.
zeven tegen drie op de andere helft.
Dick: Bob, jij hebt alle trainingen
meegemaakt. Als jij zo'n opmerking hoort
dat wij altijd stil stonden in de wedstrijd...
Nou, we hebben wat gelopen, dacht ik.
Simon: Er werd minder bewogen.
Dick: Gaan ze nog steeds die Bosbaan
kotsend op?
Johan: Als ik er nog aan denk... Nou, nou,
nou.
Bob: Niet zeiken, jongens. Niet zeiken,
Joop.
Johan: Het gebeurt toch niet meer op de
manier zoals Michels het deed, in het
Bosplan?
Wim: Maar dat kan ook niet meer, want als
ik dat programma zie: dinsdag wedstrijden,
Foto: Cor Vos
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1998
169