door Raymond Bouwman en Michel Sleutelberg Eind vorig jaar bereikte Bob Haarms een mijlpaal in zijn loopbaan als Ajacied toen het bestuur hem huldigde vanwege zijn vijftigjarige lidmaatschap. Ajax Magazine organiseerde een feestje ter gelegenheid van dit jubileum in de vorm van een rondetafelgesprek. Piet Keizer, Wim Suurbier, Johan Neeskens, Dick Schoenaker, Simon Tahamata, Danny Blind en Jari Litmanen waren de genodigden. Zeven spelers die Haarms na aan het hart liggen. Acht Ajacieden aan één tafel, samen goed voor 2359 wedstrijden voor Ajax: dat moest wel een geanimeerd gesprek worden. Deze maand het tweede en laatste deel. Over karakter, de jeugd, de veranderingen in het voetbal door de jaren heen, de tackle van achteren, clubliefde en de magie van Ajax. Foto: A. Beekman AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1998 Wim Suurbiers reactie als het spreekwoord ter sprake komt. En dat is juist. Bob: Met deze spelers hier naast me begon het, met Pietje en Wim, maar ik heb het eigenlijk tegen iedere generatie geroepen. In iedere generatie lopen ijzeren kerels rond. Ik riep het tegen Suurbier, maar ook tegen Tahamata en Schoenaker. En dan had je nog Joop, dat was een geval apart. Nees hoorde niet in dat rijtje thuis, want die hoefde je niets te zeggen. Maar als je Neeskens apart noemt, doe je de anderen te kort. Ik riep het tegen elke volgende generatie, en dat doe ik nu nog. Ik roep het nu weer. Het is een uitdrukking om spelers Foto: Frans Hemelrijk Bob Haarms, die zich vanwege zijn niemand ontziende hersteltrainingen de bijnaam 'de goede beul' verwierf, is de vaste waarde binnen Ajax als het gaat om het hameren op karakter en discipline. Een voetballer, weet hij, die niet het uiterste van zichzelf vraagt, niet alles geeft, redt het niet. Niet bij Ajax. Een van de spelers die Haarms altijd geroemd heeft om zijn mentaliteit, zijn karakter, zijn hardheid voor zichzelf is Johan Neeskens. Omdat hij van geen opgeven wist, altijd doorging, door de pijn van een blessure heen trainde en voetbalde. Nadat Johan Neeskens in 1974 die andere Johan achterna gegaan was naar Barcelona, zou zijn naam nog vaak vallen in de Meer. Bob Haarms prikkelde jeugdspelers in hun eerzucht door te zeggen: 'Hadden jullie maar vijftig procent van Johan Neeskens.' Die speldeprik was nodig, want, zegt hij, 'een legioen voetballers heeft het bij Ajax niet door gebrek aan talent niet gehaald maar door gebrek aan ruggengraat. Daar zou je een heel stadionvak mee kunnen vullen.' Om uiting te geven aan zijn ideeën over de voor een profvoetballer onontbeerlijke karaktereigenschappen bezigt Haarms gaarne een gevleugeld woord: 'Vroeger had je houten schepen met ijzeren kerels, tegenwoordig zijn het ijzeren schepen met houten kerels.' 'Maar dat zegt hij al een jaar of dertig,' is

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 161