Quido Lanzaat en
Brutil Hosé vieren een
van de acht
doelpunten die de A1
op de Toekomst
scoorde tegen
Groningen.
het lijf moest rennen alvorens aan de
oliebollen te kunnen beginnen. 'We gingen
er gemotiveerd naar toe,' vertelt Teun
Bogaard, de leider van de A2. 'Haarlem is
altijd een tegenstander die voor veel strijd
zorgt. Een groot aantal spelers van die club
komt uit Amsterdam en sommigen zijn
door Ajax afgetest. Die jongens zijn dus
altijd zeer gebrand om Ajax het vuur na
aan de schenen te leggen.' Na vijfenveertig
minuten moest de ploeg van Dick de Groot
genoegen nemen met een 1-0 voorsprong.
Maar De Groot zou De Groot niet zijn als
hij tijdens de theepauze niet op bijna
Haarmsiaanse wijze de puntjes op de i had
gezet. Het hielp. Ajax won uiteindelijk met
4-0. Met dit duel werd een einde gemaakt
aan de eerste helft van de competitie.
Bogaard blikt niet vol enthousiasme terug.
'We hebben te wisselvallig gespeeld. Er
waren uitschieters tegen bijvoorbeeld
Feyenoord en Haarlem, maar er werd ook
vaak slordig en ongeconcentreerd gespeeld.
Van amateur clubs werd vaak met de
hakken over de sloot gewonnen.' Maar
zoals elk jaar verwacht Bogaard veel van de
tweede helft van de competitie. 'Ik ga er
niet van uit dat de jongens me dit seizoen
teleurstellen.'
Altijd gelijk
Ook Rolf Grootenboer is niet bovenmatig
vrolijk over de verrichtingen van zijn ploeg.
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1998
141