In het vorige Ajax Magazine lieten wij u
reeds weten met vol vertrouwen aan de
uitwedstrijd tegen Utrecht te beginnen.
Het vertrouwen was aanwezig, maar bleek
geen garantie te zijn voor goed voetbal. Het
lijkt of we er een patent op hebben om de
wedstrijden tegen Utrecht onder
erbarmelijke weersomstandigheden te
moeten spelen. Evenals vorig jaar, toen het
extreem koud was en voetballen in feite
onmogelijk, konden wij weer niet spreken
over plezierig voetbalweer. Het was
onaangenaam koud en met ruim
vijfhonderd toeschouwers waren wij
getuige van een slechte wedstrijd, die Ajax
met 0-1 wist te winnen. Er werd weinig of
niet gecombineerd en er was soms sprake
van een soort voetbal waarvoor trainer
Bert Jacobs zo'n mooie uitdrukking heeft
bedacht. De voetballiefhebbers onder ons
weten welke zegswijze hier wordt bedoeld.
Bij de eerste de beste actie, in de achtste
minuut, blesseerde Luciano van Kallen
zich. Met de bal aan zijn voeten en de
tegenstander in de achtervolging staakte
Luciano zijn rush en greep naar de
achterkant van zijn dij. In eerste instantie
werd gedacht aan een gescheurde spier,
maar later bleek tijdens de behandelingen
in Amsterdam de schade mee te vallen en
was er 'slechts' sprake van een verrekking.
In de twaalfde minuut kwam Ajax op
gelukkige wijze op een 0-1 voorsprong. Via
Richard Knopper kwam de bal voor de
voeten van Andrej Demtsjenko, wiens half
mislukte schot via een Utrecht-verdediger
over doelman Stam heenging.
Nog in dezelfde minuut wist Utrecht bijna
de gelijkmaker te scoren. Uit een vrije
trap, genomen door de ex-jeugdspeler van
Ajax Wouter Kos, ketste de bal via de
binnenkant van de paal het veld weer in.
1 1 fi AIAV Uir.l7IMC [[DDIIiDI 1Q01