Willy Brokamp is voor mij eigenzinnigheid 4 en ld^EEn anekdotes, véél anekdotes. Als i ii Maastricht geboren kind, bezocht ik tussen 1969 en 1978 alle thuiswedstrijden van MWj MW had een middelmatige ploeg, maar beschikte wel over twee ■Fnormg$|£ttfKi: Jo Bonfrère en Willy Brokamp. Hun combinaties op de vierkante peter waren een lust voor het oog. Bonfrère was het stille, veel te bescheiden genie, Brokamp, de Blonde Pijl, de extravagante pingelaar en goalgetter. Soms hadden ze er gewoon geen zin in: te koud of men kreeg eenvoudigweg geen goed bespeelbare ballen. Voor niks lopen op een bal, daar hadden ze geen zin in. Dat was iets voor dravers. Ooit trapte Brokamp in De Geusselt vanaf het veld - over de sintelbaan - de bal precies in de handen van een op hem kankerende toeschouwer. Daar was niet alleen lef, maar ook héél veel techniek voor nodig. Willy Brokamp vertrok in augustus 1974 met veel kabaal uit Maastricht en ging eindelijk spelen voor de club die hem al eerder had willen hebben, Ajax. Hij keerde in 1976 terug naar MW en stopte na anderhalf jaar abrupt met voetballen. Uit het oog verloor ik hem nooit, zeker niet bij het jaarlijkse carnaval, waar Brokamp, sinds jaar en dag eigenaar van café Pays- Bas op het Vrijthof, drie dagen voor zijn café staat te wiebelen. Hij weet dat er dan geregeld iemand voor zijn neus staat die hem aan zijn kop gaat zeuren. Bijvoorbeeld over zijn hattrick tijdens MW - NAC in 1973 en of het nou tegen FC Groningen of FC Twente was dat hij demonstratief op de middenstip ging zitten uit ergernis over het geklungel van zijn teamgenoten. Ook wil ik hem ieder jaar zijn 'come-back' laten maken op een speciaal meegenomen mat. Brokamp kan er meestal wel om lachen, want Brokamp houdt wel van lol maken, desnoods over voetbal. AJAX MAGAZINE JANUARI 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 63