weet welke rol ik in het geheel speel. Zoals ik ook weet hoe belangrijk de trainer is. Olsen is een goede trainer. Hij is streng wanneer hij streng moet zijn; los wanneer de situatie dat toestaat. De trainer deed aan het begin van het seizoen iets zeer intelligents. Hij liet ons drie tot vier weken de hele tijd bij elkaar zijn. Bijna ieder uur waren we samen. Zo leerden we elkaar snel kennen en ontstond er een zeer gedreven sfeer. Zo lang bij elkaar zijn, is niet eenvoudig. Soms word je elkaar zat. En het was moeilijk dat ik Denzei in die periode minder kon zien. Maar ik wist dat het een doel diende en dus had ik er vrede mee. De nieuwe spelers groeiden samen met de anderen naar een eenheid. Bovendien besef ik dat wij voetballers bevoorrecht zijn. We kunnen veel tijd met onze kinderen doorbrengen. Meer dan mensen die van negen tot vijf werken. En als je dan in het begin van het seizoen ziet dat de werkwijze van Olsen werkt, kun je niet anders dan tevreden zijn. Olsen is een perfectionist. Hij laat ons steeds weer de grenzen van ons vermogen opzoeken, om ze te verleggen. Ook in wedstrijden die door anderen als perfect worden gekwalificeerd, weet hij ons aan te geven wat er nog beter aan kon. Niet uit ontevredenheid, maar uit het streven alles eruit te halen wat erin zit. Bovendien doet Olsen dat, voor zover ik hem kan beoordelen, op een eerlijke manier, met respect voor iedereen. In voetbal heb je tegenwoordig niet meer zo veel van dit soort mensen. Kennelijk kan dat niet. Voetbal is big business en mensen gaan heel ver om te krijgen wat ze hebben willen. Het resultaat is heilig. Daarvoor heb ik wel begrip, maar voor oneerlijkheid bestaat geen enkel excuus; geen beker, geen Olympische medaille.' Onderhandelen De oneerlijkheid heeft Oliseh aan den lijve ondervonden. Toen hij als jonge prof naar België kwam, had hij een zaakwaarnemer wiens enige doel het niet was het beste voor de speler te regelen. Sinds de Belgische periode doet Oliseh zelf zijn zaken, waarbij hij makelaars alleen benut om hem te begeleiden. Penningmeester Arie van Os voerde ongewone contractbesprekingen. Van Os: 'Normaal gesproken laat een speler de onderhandelingen geheel over aan zijn zaakwaarnemer. Soms zijn de spelers niet eens aanwezig bij de gesprekken. Ik vind dat niet prettig. Ik heb liever dat ze op z'n minst aanwezig zijn, zodat ze uit eigen waarneming weten wie wat gezegd heeft. Als een zaakwaarnemer weer ruggespraak met de speler moet houden, moet je altijd maar hopen dat hij de speler volledig en op de juiste manier vertelt hoe de bespreking is verlopen. Het liefste heb ik nog dat de speler zelf zegt wat hij vindt. Maar in de meeste gevallen is de mondigheid ver te zoeken. Bij Sunday Oliseh ging het anders. Maarten de Vos zat erbij, maar Sunday deed zelf het woord. Voor mij was het een aangename verrassing. Ik wist niet dat het zo zou gaan. Sunday maakte een zeer zelfbewuste indruk. Hij wist precies wat hij wilde. Als AJAX MAGAZINE JANUARI 1998 37

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 37