'De trainer deed aan het
begin van het seizoen
iets zeer intelligents.
Hij liet ons drie tot vier
weken de hele tijd bij
elkaar zijn.'
met mijn zoon te maken. Als hij de eerste
jaren van zijn leven daar zou opgroeien
zou dat hem te veel beperken. Hier weet ik
dat ik de vrijheid heb de stad in te gaan
met hem, zonder dat ik me zorgen hoef te
maken wat er zou kunnen gebeuren. Ik wil
vrij zijn en ik wil dat hij vrij is.'
Ook in Duitsland zag Oliseh geen directe
toekomst. Na Reggiana vertrok hij naar
Köln, waar hij voor de l.FC speelde.
Morten Olsen was er trainer. De Deen had
het moeilijk met de Duitse voetbalcultuur,
en ook Oliseh ging het niet van een leien
dakje. Het eerste jaar verliep zelfs
uitermate moeizaam.
'Toen ik bij l.FC Köln kwam, heb ik ook
de nodige problemen gehad,' zegt Oliseh
over zijn Duitse periode, die twee jaar
duurde. 'Maar ik moet eerlijk zijn over de
toeschouwers. Zij hebben mij altijd zeer
gewaardeerd. Ik werd door hen gesteund,
meer nog zelfs dan sommige van mijn
Duitse collega's. De fans waren goed, het
bestuur niet. Er zaten heel rare mensen in,
die heel rare dingen deden. Ze
behandelden alle nieuwe buitenlanders
heel slecht. Als er iets mis ging, kregen wij
de schuld. Ik geloofde soms mijn oren niet.
Het waren altijd de spelers die de trainer
naar de club had gehaald die het moesten
ontgelden. Alsof het de trainer was die de
spelers had gekocht, in plaats van het
bestuur zelf. Later hebben ze aan mij hun
excuses gemaakt, maar toen was het al te
laat. Hun berouw had ook te maken met
de winst van Nigeria op de Olympische
spelen. Het aanzien was veranderd. Köln
was de enige club in Duitsland die een
speler in de selectie had die goud had
gewonnen op de Olympische spelen. Het
spel van Köln liep toen opeens veel beter.
Ook van mezelf. Maar die medaille
bevestigde voor mezelf eigenlijk alleen wat
ik al wist. Ik wist wel dat ik een goede
speler was en veel mensen wisten dat.
Alleen het bestuur van Köln zag het pas na
Atlanta in. Voor mij veranderde er niets. Ik
dacht nog steeds hetzelfde over mezelf.
Maar op het moment zelf was het een
onwaarschijnlijk gevoel. We hadden de
hele wereld verslagen. Je hoofd is gewoon
niet groot genoeg om dat ten volle te
beseffen. Nu nog, als ik er af en toe aan
denk, kan ik weer helemaal blij worden.
Niet dat ik er vaak aan denk, want ik kijk
liever vooruit dan achterom. Ook na
Atlanta ben ik me op de toekomst blijven
verheugen. Bij Köln heb ik toen verder nog
wel met plezier gespeeld, maar vanwege de
handelwijze van de club had ik al lang
beslist dat ik weg zou gaan als zich een
mogelijkheid voor zou doen.'
De som
De hardheid van de Nederlandse gulden,
een tweede Golfoorlog - Oliseh is
benieuwd hoe het af gaat lopen. Maar hoe
interessant de toestand in de wereld ook is,
het succes van Ajax is ook voor Oliseh het
belangrijkst. Aan dat succes, als het er
komt, zal de Nigeriaan zijn steentje
bijdragen.
Oliseh: 'Ik kan niet zeggen dat ik me
persoonlijk verantwoordelijk voel voor de
resultaten. Althans, niet meer dan bij de
andere clubs waar ik heb gevoetbald. Ik
geef me altijd voor honderd procent, maar
als ik zou zeggen dat ik me
verantwoordelijk voel voor de resultaten,
zou dat aanmatigend zijn. Ik heb van mijn
vader geleerd dat je je iedere dag dezelfde
twee vragen moet stellen. Heb ik gedaan
wat ik kon, en wat kan ik doen om het
morgen beter te doen? De
verantwoordelijkheid ligt bij iedereen
binnen de club. Het zijn niet alleen de elf
spelers die in de basis staan, en ook niet
alleen de spelers die in de selectie zitten;
niet alleen de trainer, het bestuur, de
medewerkers of het publiek. Het is de som
van dat alles. Daarom is het ook zo
belangrijk hoe de club is georganiseerd.
Iedereen moet ook de ruimte krijgen om
zich verantwoordelijk te voelen. Ik heb het
idee dat dat bij Ajax het geval is.
Het is niet zo dat ik me achter een
onmeetbaar lichaam wil verschuilen. Ik
weet heel goed wat ik moet brengen. En ik
AJAX MAGAZINE JANUARI 1998 35