Foto: Louis van de Vuurst respect gespeende rugnummer 20? Niemand weet het, ook de waitress in de deli niet. Als scheidsrechter Schaap laat aftrappen, deint ze bij me vandaan, gracieus als de landende zwanen in de reclamefilmpjes van de KLM. Sweet bird of paradise. Ze loopt naar een volgende tafel om een bestelling op te nemen. Ik zie dat haar voeten de grond niet raken. Jari Litmanen ziet het ook, maar gelooft niet dat hij het ziet. Verward door zoveel teugelloze erotiek verliest hij zijn concentratie, voelt iets knappen in het bovenbeen en meldt zich voor minstens een maand in de ziekenboeg. MW trekt zich massaal terug, want het weet dat de dag des oordeels is aangebroken. Want daar, als stand-in van de man uit Lahti, betreedt Dean Gorré de piste. Hij, de exhibitionist, de artiest die elke bal zijn wil oplegt, de glanzende gazelle, de wisselspeler met de metafysische bewegingen, hij gaat vanavond voor de hoofdprijs. Een klein uur houdt MW stand, maar dan is het echt armageddon. Ronald de Boer slaat Openbaringen 16:16 op en legt de bal neer in het kwartcirkeltje bij de hoekvlag. Achterin het strafschopgebied verschijnt de gazelle. In een cadans zoals je alleen maar ziet in de films van Cousteau. Tranentrekkend mooi, gebeeldhouwd naar de normen van de schepping en gekleed in helder rood met wit. De gazelle heeft een heerlijk gebronsde kop, een vlassig ringbaardje en grootse plannen. Hij, de sier van Suriname, pioenroos uit Paramaribo, hij legt vanavond binnen een kwartier het Blommesteinmeer droog. De trap van De Boer vliegt in de vertraging over alles en iedereen heen, komt op de grond, stuitert verder in de vorm van de gele M van McDonalds en wordt door de gazelle strak en hoog ingekopt. De ban is gebroken, Cerberus de hellehond is onthoofd, Ajax staat met 1-0 voor. Zeven minuten later stijgt Dino boven zichzelf uit als Dani de bal voor het doel lepelt. Hij klimt op de trapeze, maakt van zijn benen molenwieken en ratelt de bal fallrückziehend zo ongenadig hard achter de Maastrichtse doelman dat deze tekenen van Parkinson begint te vertonen. Het beton van de Arena begint te verkruimelen, de gracht stroomt vol bewondering. Wim Jansen en Dick Advocaat halen de elftalfoto's van SWVDordrecht tevoorschijn. De Martinitoren buigt eerbiedig. En Wim van Hanegem lacht van oor tot oor. Hij wist al lang dat Dino alles kon. Nog geen vijf minuten later levert Dino daarvan het bewijs, als hij na een vlijmscherpe combinatie door het hart van de MW-defensie alleen op doelman Wim Dusseldorp afgaat. Het lichaam zegt abracadabra, Dusseldorp duikt en Dino's rechterwreef schept de bal in het gapende gat van de derde treffer. Showtime Arveladze en Frank de Boer maken er zonder dat iemand het ziet 4-0 en 5-0 van, alvorens Dino de kroon op het werk zet met een Madjer-hakje. Het halve dozijn is vol en de kerstballen kunnen weer tot volgend jaar naar zolder. De waitress slaat haar armen om Desi Bouterse heen en heupwiegt hem mee naar de dansvloer. Uit de jukebox klinkt de allermooiste van Dino. Everybody loves somebody sometimes Everybody falls in love somehow Something in your kiss just told me my sometime is now. Dino is dead,zegt ze nogmaals en huilt zilte tranen op de schouders van Bouterse. Ik schud m'n hoofd, tover een brede grijns op mijn gezicht en antwoord:Forget about it, Dino's live forever.' AJAX MAGAZINE JANUARI 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 212