tijdens de bezetting. De presentatie van dit bewuste jaarverslag kon overigens niet in de bestuurskamer plaatsvinden, omdat het stadion in juni 1942 in zijn geheel gevorderd was ten behoeve van wedstrijden tussen Duitse militaire teams. Dat er in de bezettingsjaren permanent Duitse pelotons in een deel van het stadion gekwartierd waren is vrij bekend. Minder bekend is dat Ajax de ongenode gasten huur vroeg en die ook kreeg: veertienduizend gulden per jaar. Andere Nederlandse clubs waarvan de opstallen door Duitsers in gebruik waren genomen, genoten dat voorrecht niet. Het bedrag is naar schatting te vergelijken met 140.000 gulden in deze tijd. Susan Smit raadpleegde voor haar onderzoek naar 'Ajax binnen voetballend Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog', zoals de ondertitel luidt, heel wat archieven: onder meer van het RIOD (Rijks Instituut voor Oorlogs Documentatie) en van de KNVB en het Gemeentearchief van Amsterdam. Ze ploos, zoals dat hoort in de wetenschap, ook na wat anderen al vóór haar over dit en verwante onderwerpen hadden uitgezocht. Susan Smit: 'Of ik houd van archieven? Dat nou ook weer niet. Er zitten veel oude mensen genealogisch onderzoek te doen en zo. Ik zoek wat ik nodig heb en ga er thuis verder mee. Het leuke is nieuwe dingen te ontdekken.' Ze zoekt, want in opdracht van een kleine uitgeverij doet ze momenteel onderzoek naar de geschiedenis van de sport in West- Friesland, waar ze zelf ook vandaan komt. Daarvoor bezoekt ze streekarchieven. Weereldworsteling De bal bleef rollen... óók toen vanaf 15 september 1941 op last van de Höhere SS- und Polizeiführer Rauter joden geen sportinrichtigen meer mochten betreden. In het illegale blad Het Parool trof Smit een artikel dat ongezouten kritiek leverde op de neiging van veel Amsterdammers het voetbal koste wat kost door te laten gaan. Er dreigde immers een tekort aan scheidsrechters: in de afdeling Amsterdam dreigden er door de anti-joodse verordeningen zeker zeventig weg te vallen. De bond maande leden voor aanvulling te zorgen, anders dreigde stagnatie in de competities. Het Parool: 'Men moet toegeven: er wordt op het ogenblik een weereldworsteling uitgestreden zoals de menschheid dat nog nooit tevooren beleefd heeft. En het is waar dat intusschen dagelijks duizenden menschen sneuvelen in den strijd van den Duitsche weereldveroveraar, dat er een waar schrikbewind in alle door Duitschland bezette gebieden woedt Dat is allemaal goed en wel. Maar wat zou er voor een ramp gebeuren, als intusschen de voetbalcompetitie een beetje zou stagneren? Men mag er niet aan denken....' Het is een morele vraag: hadden al die clubs, dus ook Ajax, eind 1941 niet juist demonstratief moeten stoppen met hun sport? Een onderzoeker is objectief, dus hoort niet te oordelen. Susan Smit: 'In elk geval is de houding van de voetbalbestuurders niet anders dan die van het overgrote deel van de Nederlanders. In het dagelijks leven van 1940-'45 conformeerde men zich aan de bezetter. In de sportwereld wilden ze, moesten ze doorgaan, van begin af aan. Ze besteedden hun energie aan de sport, en toen er schaarste aan materialen kwam, gingen ze die schaarste te lijf. Ze besteedden hun energie niet aan het ingaan tegen de anti- joodse maatregelen. Natuurlijk, je kunt je afvragen... hoe konden ze? Anderzijds, sport is relatief onschuldig, en het bracht AJAX MAGAZINE JANUARI 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 201