PHH Bob Haarms was pas 25 jaar oud toen trainer Vic Buckingham hem adviseerde te stoppen met zijn actieve carrière. De knieën en enkels waren bijna versleten. In zeven jaar had Haarms 72 officiële wedstrijden in het eerste gespeeld, waaronder drie Europa-Cupwedstrijden. En één keer gescoord. 'Ik moest wel stoppen. Het risico was te groot dat ik nooit meer goed zou kunnen lopen. Buckingham raadde me aan trainer te worden en ik heb zijn raad opgevolgd. Ik ben begonnen bij ODA en via Nautilus en Aalsmeer ben ik uiteindelijk in 1967 weer bij Ajax teruggekomen. Maar ik ben wel altijd lid gebleven van de club. Volgens de KNVB-bepalingen kon dat eigenlijk niet maar secretaris Elzenga heeft dat indertijd voor me kunnen regelen.' In de zomer van 1967 maakte Bob zijn rentree in de Meer, waar Rinus Michels inmiddels de scepter zwaaide. 'Ik ben begonnen bij de zondagamateurs. Ik had vier elftallen en ze werden allemaal kampioen. Langzaam maar zeker betrok Michels me bij steeds meer zaken; de jeugd, het eerste en de scouting. En dat laatste, het beoordelen van een speler, is het moeilijkste wat er is. Je maakt als trainer lange maar mooie dagen. Ik geniet van het werken met de bal. Altijd kapot van het veld, maar voldaan onder de douche. Want je weet dat je het voor je club hebt gedaan.' Ajax in een heel andere omgeving. In Afrika, waar voetbal ondergeschikt is aan overleven. 'We hadden een vijftiendaagse trip naar Ivoorkust voor een toernooi. Ik vond het belangrijk dat de jongens meer zagen dan hun hotel, dus ben ik een dagje met ze naar de markt geweest. De armoe in het land begint buiten de hotelmuren. Ik wilde dat de jongens beseften dat het ook heel anders kan zijn. Het uitje maakte grote indruk.' Ajax op zoek naar zijn roots. In de zomer van 1973 speelden de Amsterdammers een vriendschappelijk duel tegen naamgenoot Ajax op het Griekse eiland Salamis, waar de mythologische held Ajax werd geboren. 'Tijdens een beklimming van de akropolis van Salamis vond ik tussen de ruïnes een stuk steen. Ik heb dat meegnomen naar Amsterdam. De steen kwam van de plek waar Ajax is geboren en die wilde ik koesteren.' Lid zijn van Ajax kan tot onvermoede verplichtingen leiden. 'In 1981 werd ik gekozen tot Prins Carnaval van Ajax. Vreselijke poeha allemaal, je kent dat wel. Alaaaf, alaaaf, alaaaf. Dat jaar was André Hazes de Prins van Amsterdam. Op de foto verwelkom ik Prins André bij Ajax.'

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 187