Voetbal
is plezier
door Klaas Vos foto Louis van de Vuurst
Het hangt als bordje in het huis van Gerrie Mühren. Het was zijn
motto als voetballer. Het is het nog steeds: voetbal is plezier. Zoals
zoveel 'godenzonen' is ook hij groot geworden onder Rinus
Michels. Groot geworden onder het aan de Generaal
toegeschreven adagium voetbal is oorlog.
Nu is voetbal ook een 'oorlog'. Het gaat om winnen of verliezen. Je
spreekt over tegenstanders, die je aan de 'zegekar' wilt binden, er
wordt geschoten. Er moet doel getroffen worden.
De voetbaltaal spreekt boekdelen: zij is doorspekt van 'oorlogstaal'.
En toch ben ik meer een volgeling van Mühren dan van Michels.
Ook al ben ik ziek als Ajax een nederlaag lijdt, 'sneeft op het
slagveld'.
Plezier is het begin en de basis van alles (niet alleen van voetbal).
Zonder plezier, zonder zin erin geen inzet, geen strijd, geen wil tot
winnen, geen oorlog. Als je het zo opschrijft, denk je: wat een open
deur. Maar de praktijk leert anders. Ik zie nog zo vaak
lamlendigheid.
Angsthazerij, angsthazentactiek en systeemdwang. Het tegendeel in
mijn ogen van plezier dus.
Dat het met Ajax dit jaar zo goed gaat, is behalve verrassend - want
een nieuwe ploeg! - vooral plezierig. Plezierig vanwege de manier
waarop gespeeld wordt, plezierig vanwege het plezier dat ervan
afspat. Het plezier van kinderen losgelaten in een speeltuin.
'We hebben zoveel plezier met elkaar,' zei Andrzej Rudy me
onlangs.
Als het er niet is - helaas komt dat soms voor - dan zie je direct wat
dat betekent. Dan komt er - om met Arie Haan te spreken - een
deken over de ploeg te liggen. De eerste helft van de bekerwedstrijd
tegen MVY sprak wat dat betreft boekdelen. Het was lamlendig.
Daar liepen geen kinderen in een speeltuin, daar liepen oud en
moe geworden mannetjes die nog een klusje moesten klaren,
uitzonderingen daargelaten. De tweede helft bracht het contrast,
het verschil. Het was nog niet geweldig, maar het plezier was terug.
Vandaar toch nog 6-0, vandaar die pracht-omhaal van Gorré,
vandaar het jagen op de bal, vandaar de wil tot winnen. De bal was
niet meer het bekende ding dat je al zo lang kent, tot vervelens toe.
De bal was weer het kersverse cadeau.
Want voetbal als plezier betekent dat elke wedstrijd opnieuw een
verjaardag is. Er valt weer wat te vieren. Voor mij als supporter
geldt dat zeker. Ik ga steeds op verjaarsvisite. Daarom verveelt Ajax
me in principe nooit. Het blijft het leukste uitje dat ik ken. Dat
uitje wil je dan ook niet vergald hebben. Je hoopt steeds weer op
een spetterende verjaardag met de bal als voornaamste speelgoed,
als het ware net uit de verpakking, als nieuw cadeau net
ontvangen.
Dit jaar is het er weer: voetbal als verjaardag. Zoals ik dat had al die
jaren onder Van Gaal. Behalve vorig seizoen. De verjaardagen
waren minder, saaier of soms zelfs het tegendeel ervan.
Ik denk ook dat dat de betekenis was van Richard Witschges
hooghoud-stunt in de wedstrijd tegen Feyenoord: voetbal als
plezier. En de bal als pas verworven vriendje, als
verjaardagscadeau. En alleen daarin ligt de overeenkomst met de
hooghoud-stunt van Gerrie Mühren in het Bernabeu-stadion
destijds: de belichaming van zijn eigen motto, voetbal is plezier.
Morten Olsens verdienste voor Ajax is nu al - afgezien van de
resultaten - dat hij gezocht heeft naar voetballers die behalve veel
techniek er ook enorm veel plezier in hebben om voor Ajax te
spelen.
Bij Ajax spelen is elke dag jarig zijn, naar Ajax kijken is dat ook.
Zeker nu. Voetbalt Ajax met het plezier van een spetterend
verjaardagsfeest dan is welke tegenstander ook nog niet jarig!
AJAX MAGAZINE JANUARI 1998
179