De kerstgedachte
van Morten Olsen
De visie van Morten Olsen
door Raymond Bouwman foto's Louis van de Vuurst
Over het algemeen is het eerste halve jaar prettig verlopen. Morten Olsen wordt
alom geprezen. Hij is de trainer die erin geslaagd is Ajax weer fris te laten
voetballen. Olsen geniet zelf ook, maar ziet daarbij de wissel die het zware
programma op zijn selectie trekt. De kerst komt als geroepen. De spelers kunnen
herstellen; Olsen ziet zijn familie weer eens en voor de toeschouwers ligt onder
de boom het kerstkampioenschap.
De kritiek op de KNVB is niet van de lucht.
Het competitieschema zou zo zonder
logica en redelijkheid zijn, dat de personele
problemen waarin iedere club afgegleden
is, niet slechts door paragnosten te
voorspellen waren. Ook Ajax bemerkt de
roofbouw die noodgedwongen de
spelersgroep uitdunt.
'Ik ben niet de enige trainer die klaagt over
het competitieschema,zegt Olsen. 'Aan de
andere kant moet ik toegeven dat Ajax een
van de laatste clubs is in Nederland die
erover mag klagen. Wij hebben een brede
selectie, waardoor we het wegvallen van
spelers beter kunnen opvangen dan wat
kleinere ploegen. Maar het is ook zo dat
ons programma door het Europese
toernooi iets zwaarder is en dat we veel
spelers in de groep hebben die ook als
international wedstrijden moeten spelen.
Daardoor merken ook wij natuurlijk veel
van het op z'n zachtst gezegd wonderlijke
competitieschema. Op een bepaald
moment ontbraken er vijf tot zes
belangrijke spelers, zodat ik moest
terugvallen op spelers uit de groep van Jan
Wouters en, in één geval, zelfs op een
speler uit de Al, Andy van der Meyde.
Liever laat je zo'n speler debuteren in een
wedstrijd waarin alles lekker loopt; waarin
tien spelers goed in vorm zijn en waarin de
stand veilig is. Dat ging nu anders. Maar
hoe dan ook bleek weer eens hoe belangrijk
de jeugdopleiding nog altijd voor Ajax is.
Ajax heeft een bepaalde traditie met het
inbrengen van jeugdige spelers in
bijvoorbeeld Europese wedstrijden, maar
ik doe het liever niet. Het toonde ook nog
eens dat het niet zo raar was dat ik het idee
had dat we een speler als Martijn Reuser
het beste nog even bij ons konden houden.
Ik begreep en begrijp zijn motieven om
weg te willen heel goed. Vanuit zijn
standpunt bekeken had Martijn gelijk. Het
is mooi dat hij nu weer aan voetballen
toekomt. Op zijn leeftijd moet hij ook
spelen. Laat hij lekker doorgaan bij Vitesse;
dan hebben wij hem volgend jaar weer
terug. Ik vond het moment waarop hij
wegging ongelukkig, met die blessure van
Babangida, maar zo loopt het nu eenmaal
soms. Hij doet het goed en dat doet mij
deugd. Maar hij is Ajacied en dat zal hij
blijven.
Hét probleem van het grote aantal
blessures is dat we nauwelijks
wedstrijdgericht kunnen trainen. We zijn
alleen maar bezig om te herstellen. De
automatismen kunnen niet verder worden
aangescherpt. Dat is jammer, zeker omdat
we over een tamelijk nieuwe ploeg
beschikken. Ook toen we tegen Udinese
moesten spelen, heb ik niet één keer
kunnen trainen met de ploeg waarmee we
gingen spelen, omdat ik niet wist wie er fit
zouden zijn. Tegen Sparta zag ik me
gedwongen het Ajax-systeem tijdelijk los te
laten. Er waren geen buitenspelers meer
over. Dat het dan nog goed uitpakt is
prettig, maar ideaal is de situatie dan zeker
niet. Soms ook ben je gedwongen om met
spelers een risico te nemen. Het hangt er
dan van af hoe je de wedstrijd inschat. Hoe
belangrijk is het en hoe moeilijk zal het
worden? Met andere woorden: hoe hard
AJAX MAGAZINE JANUARI 1998
15