door Raymond Bouwman en
/Wichel Sleutelberg
Op zaterdag 8 november werd
Bob Haarms door het bestuur
van Ajax gehuldigd vanwege
zijn vijftigjarige lidmaatschap
van de club. Het was een
mijlpaal voor Bob zelf, maar
evengoed voor Ajax, want
welke club kan beschikken -
en al zo lang - over iemand
met de inzet, toewijding en
trouw van Bob Haarms? Ook
Ajax Magazine organiseerde
een feestje ter gelegenheid
van dit jubileum. Wij
nodigden Piet Keizer, Wim
Suurbier, Johan Neeskens,
Dick Schoenaker, Simon
Tahamata, Danny Blind en
iari Litmanen uit om bij Bob
aan tafel aan te schuiven.
Het werd een geanimeerd
gesprek. De onderwerpen
volgden elkaar in hoog tempo
op. De grappen ook. Deze
maand deel 1.
Foto: Frans Flemelrijk
Hij is assistent-trainer bij Ajax sinds 1967
(met een korte onderbreking in de jaren
tachtig). Hij is 63 jaar oud, maar voelt zich
'nog zo fit als twintig jaar geleden'. Zijn
bijnaam luidt 'de goede beul', vanwege zijn
beruchte hersteltrainingen. Hij speelde in
de jaren vijftig 72 wedstrijden voor Ajax 1
en koos op advies van Vic Buckingham al
op zijn 25ste voor het trainerschap,
vanwege kapotte knieën. Hij won met Ajax
alles wat er te winnen valt in zoveel-voud
en is dit jaar vijftig jaar lid van zijn Ajax,
waarvoor hij de gouden speld kreeg. Hij is
nog veel meer: de vleesgeworden
onverzettelijkheid, de bescheidenheid
zelve, de clubman in hart en nieren, het
onverzadigbare voetbaldier. Bobby Haarms
is een boegbeeld, een monument. Zelf
maalt hij niet om dergelijke termen. Hij
staat met beide benen op de grond (c.q. het
veld) en midden in de actuele
voetbalwereld. Hij is trots op zijn speld en
verder telt alleen de club, de volgende
wedstrijd, de geblesseerde speler met wie
hij bezig is. Hij koestert de herinneringen
aan de glorieuze momenten die hij heeft
mogen beleven en aan alle fijne mensen
AJAX MAGAZINE JANUARI 1998
met wie hij heeft mogen werken, maar als
je zijn jubileum zou willen opluisteren met
het optekenen van nostalgische verhalen
over hoe mooi het vroeger allemaal was,
geeft hij niet thuis. Wel is hij te porren
voor een rondetafelgesprek met
voetbalkenners die hem na aan het hart
Foto: Louis van de Vuurst