AJAX MAGAZINE JANUARI 1998 dit stadje Milan verslagen. En is de spaghetti van Hotel Franz niet allervoortreffelijkst? Bovendien, waarom zou je de goden tarten door ergens anders je tenten op te slaan? Ach die schoonheid. Eenvoud gevat in zilverpapier. Het herfstige zonlicht betovert de gevels, de stoepranden. Het flikkert in het kalme water van de rivier. Het verlicht de gezichten van de bewoners. De komst van Ajax heeft het leven voor even veranderd. Overal hoor je de naam van de Nederlandse mythe worden uitgesproken. Respectvol, bewonderend. Kan Ajax verliezen van hun Udinese? De mensen kijken je vol ongeloof aan. Niet schertsen, wij kennen onze plaats. Wij zijn eenvoudige Friulanen, we hebben de komen. Geen Madrid, Turijn, München of Athene. Je hebt in het UEFA-Cuptoernooi de mogelijkheid om in Origa, in Guimaraes, in Vladikavkaz of in Maribor te komen. Of in Udine. Daar gaan we nu naar toe. Udine, Friuli, in het noordoosten van Italië. Ik ken de streek. Vele jaren geleden genoot ik er van de ruwe schoonheid die het land uitstraalde en van de oprechtheid van de mensen. Op voetbalgebied is het land niet erg verwend maar de mensen zijn wel erg trots op hun Udinese. Friuli is ook vruchtbare voetbalgrond. Veel grote voetballers uit de Italiaanse historie zijn hier opgegroeid. Dino Zoff, Fabio Capello, Enzo Bearzot. En het zwart-wit van Udinese heeft voor veel plezier gezorgd. Er waren hoogtijdagen toen de Braziliaanse voetbalkoning Zico er neerstreek en het publiek beduizelde met zijn vrije schoppen. De bal werd een dood herfstblad dat naar een bovenhoek dwarrelde, ongrijpbaar voor de handschoenen van de doelwachter. En ook gevestigde namen als die van Franco Causio, Fulvio Collovati, Francesco Graziani, Edinho, Pietro Paolo Virdis, Igor Shalimov, Abel Balbo speelden hier. De kleuren zwart-wit, zo elementair, zo simpel en krachtig, spreken voor dit land, het Friulaanse land waar wij 'savonds landen en op weg gaan naar Hotel Franz in het dorpje Gradisca d'Isonzo. Het elftal wordt opgewacht door een honderdtal zeer enthousiaste plaatsbewoners. Vrijwel allemaal jong van leeftijd en gewapend met fototoestelletjes, blocnotes en pennen. De Ajacieden stappen uit en gejuich is hun deel. Men is er trots op mm. dat een mythische club als Ajax Gradisca met een bezoek vereert. De spelers worden herkend en hun namen worden geroepen. Namen die worden uitgeroepen met een Friulaanse tongval. Geen wanklank klinkt. Eenvoud in zilverpapier De volgende ochtend openbaart zich de schoonheid van dit plaatsje dat tussen Udine en Triest ligt. Ajax was hier al eens eerder en ook daarom is Gradisca als pleisterplaats uitgekozen. Bijgeloof leeft onder ieders huid. In 1994 werd vanuit

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 11