'Ik had nog te
veel plezier in
het voetbal
om er al
helemaal mee
te stoppen,
dus moest ik
kiezen tussen
ver weg in
Japan of ver
weg in
Amerika.'
ontzettend aardig. De Nederlandse
mentaliteit komt heel dicht bij de Deense.
Ik voel me hier heel erg op mijn plek; als
speler en als mens. Het verschil met Zuid-
Europa is groot. Op straat en in de media.
In Italië en Spanje zijn er iedere dag vijftien
tot twintig journalisten die iets moeten
schrijven. Hier is het wat dat betreft veel
rustiger. Je hebt de kranten en verder
weekbladen en magazines. Dat is niets
vergeleken bij wat daar over voetbal
verschijnt. Voor mij is dit een verademing.
Wat mij betreft mogen er op zondag
honderdduizend mensen in het stadion
zitten en mogen er honderd journalisten
zijn die iets met de wedstrijd willen doen.
Maar van maandag tot de volgende
wedstrijd zou ik het liefst met rust gelaten
willen worden. Hier gebeurt dat. Het is in
Nederland mogelijk om behalve een
voetballer ook nog een mens te zijn. Dat
heb ik al heel lang niet meegemaakt, terwijl
ik er, meestal onbewust, maar soms ook
bewust, naar heb gesnakt. En toch is Ajax,
net als Juventus, Barcelona en Real, een
grote club waar het alleen maar goed gaat
als je bovenaan staat. Je weet dat die druk
er hier ook is. Dat bevalt me ook. Alles
hangt daarmee samen: de aandacht in de
pers, het aantal supporters, het salaris, de
manier van werken en zo verder. De
combinatie is zo goed als perfect:
topvoetbal spelen en niet worden
opgejaagd.
De vermoeidheid
Na zo veel jaren van extreme druk in Italië
en Spanje was ik aan het eind van mijn
Latijn. Ik kon er niet meer tegen. Al die
mensen die iets van je willen en zich met je
bemoeien. Dat kan het hoofd op een
gegeven moment niet meer aan. De benen
doen het wel. Die bewegen alsof niet
iedereen het belangrijk vindt hóe ze
bewegen. Maar het hoofd raakt vermoeid.
Veertien, vijftien jaar altijd hetzelfde, dat
houd je niet vol.
Je merkt het als je steeds vaker slechte
dagen hebt. Soms had ik totaal geen zin
om te trainen. Dan sleepte ik me naar de
club. Op zich is dat heel normaal, als je het
één keer in de drie weken hebt. Ik denk dat
je dat in iedere baan hebt. Het wordt
zorgelijk als het twee of drie keer in de
week gebeurt. Daaraan merk je dat er iets
structureels aan de hand is. Ik merkte dat
ik aan het tellen was hoeveel maanden ik
nog moest tot aan de vakantie. Dat is niet
normaal voor iemand die zo van zijn
beroep houdt als ik. Hoe kun je nou als
profvoetballer met tegenzin naar je werk
gaan? Dat klopt gewoon niet. Het werd
steeds erger. Zelfs op dagen dat ik me wel
goed voelde in Madrid, dacht ik nog te veel
aan het moment dat ik even niet meer zou
hoeven. En dat terwijl ik het ook heel erg
naar mijn zin heb gehad bij Real. Net als
bij Barcelona heb ik mij altijd bevoorrecht
gevoeld dat ik bij zulke prachtige clubs
mocht spelen. Maar ik schrok van mijn
verlangen naar de verlossing. In dat
opzicht was de keuze voor Japan goed. Ik
kreeg er de ruimte om afstand te nemen.
Ik had maar twee keuzes: ver weg van alle
voetbalgekte of stoppen. Ik had nog te veel
plezier in het voetbal om er al helemaal
mee te stoppen, dus moest ik kiezen tussen
ver weg in Japan of ver weg in Amerika.
Het werd Japan. Ik dacht toen dat er in
Europa geen enkele plek was waar je als
topvoetbalier naar toe kon vluchten. Nu
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1997
41