'Toen we met
dacht iedereen:
voetbal en intellectuelen,
dat gaat niet samen.
Maar
hi
en low culture
zijn de
itste decennia
verv;
J
oioGSW* 1
I
nog Hard Gras, dat hij drie jaar terug met
boezemvriend Henk Spaan oprichtte. Op
vakantie in Engeland waren ze vaak gestuit
op blaadjes en boekjes met mooi
geschreven verhalen, die appelleren aan het
romantische, nostalgische en anekdotische
van de voetbalsport. Toen de twee het idee
lanceerden om in Nederland een literair
voetbaltijdschrift uit te brengen konden ze
niet bevroeden dat het zo'n succes zou
worden. Het zou mooi zijn, dachten ze, als
ze er ieder kwartaal een stuk of duizend
van zouden verkopen. Hard Gras bleek een
schot in de roos: vanaf het eerste nummer
ligt de oplage op ongeveer het tienvoudige.
Aanbiedingen om het tijdschrift te gelde te
maken (als weekblad, als speelfilm, als
radio- of tv-magazine) werden intussen
afgeslagen. 'Ik heb met Henk serieus de
mogelijkheid besproken om een BV Hard
Gras te beginnen.'
Het kostte de redacteuren geen enkele
moeite auteurs van naam te verleiden over
voetbal te schrijven. Van Jan Wolkers en
Leo Vroman tot Ronald Giphart en
Herman Brusselmans, het Nederlandse
schrijversgilde stond in de rij om in Hard
Gras te publiceren. 'Toen we begonnen
dacht iedereen: voetbal en intellectuelen,
dat gaat niet samen. Maar de grenzen
tussen high en low culture zijn de laatste
decennia totaal vervaagd. Ik ben zelf een
exponent van die ontwikkeling. In de
avonduren mag ik graag Philip Roth lezen
en 's ochtends met plezier de sportpagina
van De Telegraaf
Niet kijken
Het aantal voetbalwedstrijden op tv heeft,
vindt Van Nieuwkerk, zo langzaamaan
overdreven vormen aangenomen. Een
simpele kwestie van vraag en aanbod, zegt
hij. 'Als de vraag er niet
was, bestond het aanbod
ook niet.' Trouwens, je
kunt ook besluiten niet te
kijken: Roda JC tegen
Hapoel-hupppeldepup
kan hem gestolen
worden. Alleen als Ajax
en het Nederlands elftal
spelen, klikt hij z'n tv aan.
Vervelend is wel dat Ajax,
als gevolg van het
contract met Canal Plus,
nauwelijks nog op
zondagmiddag speelt.
Samen met z'n zoon heeft
hij een seizoenkaart, maar
avond wedstrijden zijn
lagd.' voor een negenjarige
gewoon te laat. Zo'n
ongemak betekent voor
Van Nieuwkerk nog niet
dat het totale voetbal wordt uitgevent aan
de tv, de commercie, de zakelijke belangen.
Jean Nelissen, de paus in ruste van de
Limburgse sportjournalistiek, schreef
onlangs voor Hard Gras een verhaal over
de beginjaren van de profclub Fortuna '54.
Als je zoiets leest, zegt Van Nieuwkerk,
besef je weer even wat clubsentiment was,
wat clubliefde inhield, hoe zo'n club
omging met z'n supporters. 'Veel eerlijker
en zuiverder dan wat nu gebeurt met
business-seats, nette pakken en glaasjes
dure rode wijn. Maar meer dan een
constatering is het niet, want zulke
ontwikkelingen tegenhouden lukt niet.'
Trouwens, wat valt er eigenlijk te
mekkeren? De Arena zit toch iedere keer
bomvol? Terecht, volgens Van Nieuwkerk,
want het is 'een prachtige tent'. Er zijn ten
tijde van de opening alleen een paar dingen
verkeerd aangepakt. 'De toon werd gezet
door aandeelhouders en zakenlui. Totaal
andere mensen dan Ome Jan met de
bolknak die dertig jaar lang op z'n fietsje
naar de Middenweg kwam. Voor veel
mensen komt voetbal nog steeds neer op
zulke nostalgische beelden. Het is heimwee
naar zuiverheid. Misschien is zoiets wel erg
ouderwets. Er is een roep geweest dat Ajax
terug moest naar de Meer. Terug naar de
Meer? Sodemieter op, zeg.'
226
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1997