'De sportjournaliste
Gaal van hun kleinste
kant laten aieh.'
oOV
\NV
nu gebeurt, maar alles is nu eenmaal voor
verbetering vatbaar. Van Nieuwkerk heeft
zijn ideeën over wat moet veranderen,
maar is terughoudend. 'Het gaat om
andere accenten. Er zou meer verrassing
..„,h moeten komen in de manier
waarop wij Ajax verslaan. Als
Amsterdamse krant is Ajax
uiteraard dé te volgen club.
Maar we hebben Ajax niet
voor onszelf; Ajax wordt
gevolgd door iedere krant in
Nederland. We moeten met
wat extra's komen; iets
toevoegen aan wat al die
andere kranten en media
doen.'
\v
mogen praten. Daar komt het per slot op
Kluivert exclusief
Mocht het ooit toch zover komen dan
heeft Het Parool een probleem, weet Van
Nieuwkerk. Als 'arme' krant zal Het Parool
het altijd afleggen tegen rijke
concurrenten. De Telegraaf of het Algemeen
Dagblad zijn iets gemakkelijker in staat
Patrick Kluivert exclusief in te lijven, zoals
sommige Engelse topspelers exclusieve
contracten hebben met pulpkranten als
The Daily Mail of The Sun. Een
schijnprobleem, volgens Van Nieuwkerk.
Er valt, zegt hij, toch ook uitstekend over
een wedstrijd te schrijven zonder dat je
daarvoor met spelers praat? 'Een interview
is voor mij niet het fundament van goede
sportjournalistiek. Welk interview met een
voetballer is nu eigenlijk spraakmakend?
Zelden tot nooit. Als ik in The Times een
wedstrijdverslag lees, zit ik niet ongeduldig
te wachten op een quote van Alan Shearer.'
De sport in zijn eigen krant ziet Van
Nieuwkerk dan ook het liefst op een
andere manier benaderd. Niet omdat hij
ontevreden is over de manier waarop het
Quatsch
Het allerliefst wil Van Nieuwkerk een
andere sportjournalistiek. Meer een op de
Engelse leest geschoeide 'recenserende'
journalistiek, dan de in Nederland
gangbare 'quotezakkerij'. Wie op
zondagavond z'n tv uitzet, zegt hij, weet
alles. 'Zelfs de persconferenties na afloop
worden tegenwoordig rechtstreeks
uitgezonden.' Maar in de maandagkrant
worden de lezers 'getrakteerd op nóg eens
een samenvatting van de wedstrijd,
aangevuld met wat wezenloze en
voorspelbare quote'jes van de trainer'. Van
Nieuwkerk walgt als hij van Arie Haan de
uitspraak moet lezen dat "Feyenoord in de
eerste helft te defensief heeft gespeeld" of
dat Guus Hiddink in zijn krant zegt dat
"na de rust meer de diepte werd
opgezocht". 'Quatsch! Zulke lariekoek
kom ik in iedere krant tegen. Ook in Het
Parool. We lezen het omdat we allemaal
verslaafd zijn aan die sportstukjes,
ongeacht hun kwaliteit. Maar de lezer moet
een betere reden worden gegeven om de
krant open te slaan. Bij veel Engelse
kranten vind ik die reden. Een
sportjournalist in Engeland schrijft geen
verslag van een wedstrijd maar een
recensie, vergelijkbaar met die van een
boek of toneelstuk. Ook al heb je Arsenal-
Chelsea gezien, dan kun je nog
nieuwsgierig zijn naar wat de krant erover
schrijft. The Guardian kan verslaggever X
gestuurd hebben, een kenner, iemand met
gezag. Voor The Times heeft journalist Y de
wedstrijd gezien, iemand die vaak een
afwijkende mening heeft of iemand die iets
mooi weet te verwoorden. Zo'n aanpak
maakt het lezen van zo'n stuk altijd de
moeite waard.'
Probleem is, beseft Van Nieuwkerk, dat
Nederland niet een dergelijke traditie heeft.
'Het gaat mij vooral om de opdracht die
een journalist zichzelf stelt als hij over een
wedstrijd gaat schrijven. Die moet
veranderen. Er vindt geen toetsing van
mening plaats tussen schrijver en lezer.
Sterker: je wordt in Nederland als lezer
helemaal niet met een mening
geconfronteerd. Pas als dat gebeurt wordt
sportjournalistiek interessant. We zijn
uiteindelijk toch allemaal bondscoach? We
hebben er toch allemaal een mening over
of Richard Witschge in het Nederlands
elftal moet of niet? Het is toch leuk om in
een krant de mening te lezen van iemand
met gezag? Dat het te weinig gebeurt, heeft
te maken met de relatief lage status van de
sportjournalistiek. Een meer recenserende,
becommentariërende sportjournalistiek
zou de status van het vak onmiddellijk
verhogen. Er moeten seniors komen in de
voetbaljournalistiek. Maar die krijg je bijna
niet. Na tien jaar op de sportredactie willen
ze allemaal eens wat anders en serieuzers.'
Dweil
Een ander probleem is dat zo'n 'Engelse'
aanpak stilisten vraagt, schrijvers met een
vaardige pen, een originele kijk en
beeldend taalgebruik. 'Ja, het moet goed
zijn geschreven; toegankelijk, spitsvondig.
Dat kan de één inderdaad beter dan de
ander.' En dan moet de journalist ook nog
eens persoonlijkheid hebben, volgens Van
Nieuwkerk iemand die durft te schrijven
dat Frank de Boer al vier of vijf wedstrijden
als een dweil speelt, ook al weet die
journalist dat hij Frank de Boer morgen
weer tegenkomt.
Daarin zit nu juist het dilemma van de
meeste dagbladen en tijdschriften: wie
kritisch schrijft wordt door types als Louis
van Gaal onmiddellijk in de ban gedaan.
'Van Gaal heeft zich als een hondenkop
gedragen. Wat een verschrikking. De
sportjournalisten hebben zich bij hem van
hun kleinste kant laten zien. Een klein
aantal heeft zich van het begin af aan tegen
hem gekeerd, maar toen hij eenmaal weg
was kreeg hij plotseling iederéén over zich
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1997
223