brengen moge, mij geleidt des heren hand, dacht ik met een gerust geweten, want bijbels opgevoed. Het was niet nodig om elkaar uit te leggen wat we voelden. Zodra we de deur achter ons in het slot hoorden vallen, sprintten we met drie treden tegelijk de trap op, naar haar slaapkamer, waarin een waterbed stond zo groot als een strafschopgebied. Aan het voeteneinde balanceerde op een driehoekig tafeltje een prehistorisch televisietoestel. Ze zette het aan en begon eerst zichzelf en daarna mij uit te kleden. Stuntelig, dat wel, maar in een tempo van gevlogen. En sneller dan ik het kon opschrijven. Als Ajax, dacht ik, vanavond ook zo snel en besluitvaardig was, zouden we aan Bayern München geen kind hebben. De begeerte had onmiddellijk bezit van mij genomen. Zou een jarenlang sluimerend en weggestopt gevoel eindelijk tot wasdom komen? Werden wij deze avond voor eens en voor altijd meer dan just good friends? En zou dat dan uitgerekend nu gebeuren, op de avond dat Ajax zich na 22 jaar weer eens ging plaatsen voor de finale van de belangrijkste Europese beker? Terwijl de eerste schermutselingen van ons minnespel zich begonnen te ontvouwen op het klotsende waterbed, hadden Louis van Gaal en z'n mannen de grootste moeite om Bayern eronder te krijgen. Het tv-tje gaf weliswaar zwartwit beelden door en het sneeuwde als werd het schansspringen in Garmisch Partenkirchen opnieuw uitgezonden, we hadden wel degelijk kunnen constateren dat het nog lang niet gedaan was. Na de snelle 1-0 van Litmanen De Ajax-selectie voor de tweede wedstrijd in de halve finale in de Champions League (19 april 1995). Achterste rij vanaf links: Edwin van der Sar, Clarence Seedorf, Winston Bogarde, Nwankwo Kanu, Frank Rijkaard, Danny Blind. Zittend vanaf links: Michael Reiziger, Jari Litmanen, Mare Overmars, Ronald de Boer, Finidi George. AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1997

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 199