De klassiek door Jeroen van den Berg Eigenlijk mag ik het in dit blad niet zeggen, maar ik ben diep in mijn hart een beetje voor Feyenoord. Dat is begonnen in 1970, toen ik als achtjarige voor de eerste keer in mijn leven mocht opblijven voor een /ive-voetbalwedstrijd. Het was de Europa-Cup- 1-finale tussen Feyenoord en Celtic in Milaan. Mijn ouders hadden een paar vrienden uitgenodigd en na afloop van de wedstrijd was iedereen zo blij, dat dit kennelijk een grote indruk bij mij heeft achtergelaten. Meestal waren ze bij mij thuis namelijk niet zo enthousiast. Feyenoord maakt de mensen blij, dacht ik toen. Op de een of andere manier is het Ajax niet gelukt om mij in de drie jaren erna te overtuigen dat de mooiste club van Nederland gewoon thuis in Amsterdam zat. Diezelfde mensen als bij Feyenoord-Celtic waren toen namelijk weer heel blij, en dat begreep ik niet. Je kunt toch niet voor Ajax en Feyenoord tegelijk zijn? Dat is een vorm van verraad, een vorm van vreemd gaan. Je bent of voor Feyenoord of voor Ajax, maar niet voor allebei. Maar terwijl ik dit opschrijf, realiseer ik me hoe gevoelig het onderwerp eigenlijk is. Misschien is het juist wél beter om voor allebei te zijn, gezien de verschrikkelijke veldslagen die nog maar een half jaar geleden plaatsvonden. De supportersverenigingen zouden elkaar eigenlijk moeten steunen tijdens Europese wedstrijden. Ze zouden elkaar gelukstelegrammen en e-mails' moeten sturen bij Europese successen. Ze zouden bij onderlinge wedstrijden in twee rijen van elk enkele duizenden lang elkaar voor en na de wedstrijd de hand moeten schudden, zoals de volleyballers dat altijd doen. Helikoptertje erboven om het allemaal te filmen, zodat het ook in de Arena op het videoscherm goed zichtbaar is. Oh, wat zou dat tot een zeldzame soort van sportverbroedering leiden. De meeste dromen zijn bedrog, zingt Marco Borsato. Toen ik tijdens de seizoensvoorbereiding Arie Haan benaderde voor een interview in het Ajax Magazine, reageerde hij meteen afwijzend. 'Dat lijkt me geen goed idee,' liet hij een Feyenoord- woordvoerder telefonisch aan mij mededelen. Dat was niet genoeg voor me en ik stapte in de auto om Feyenoord tegen SDZZ in Zevenaar te zien voetballen (11-1 met vier keer Cruz, in één helft). Ik probeerde Haan alsnog op andere gedachten te brengen, maar hij was heel duidelijk: 'Als ik positief over Ajax vertel, heb ik hier een probleem en als ik Feyenoord de hemel in prijs zullen ze me dat in Amsterdam niet in dank afnemen. Wat ik ook zeg, het is nooit goed.' Ik probeerde het over een andere boeg te gooien door te zeggen 'dat het juist goed is voor beide achterbannen wanneer u als Feyenoorder met een Ajax-verleden in Ajax Magazine wordt geportretteerd.' Maar het viel me al ras op dat Arie Bombarie niet gemakkelijk is om te praten. 'Nee jongen, ik doe het toch niet,' sprak hij minzaam Ruud Geels en Aad Mansveld schudden elkaar de hand na de klassieker van 12 februari 1978. Feyenoord was in de Kuip al in de negende minuut op voorsprong gekomen door een doelpunt van Gerard van der Lem, de latere assistent-trainer bij Ajax. Zes minuten voor tijd scoorde Geels de gelijkmaker. Foto: Cor Eberhard en vroeg zich ondertussen af hoe het toch kwam dat Ajax Cruz over het hoofd had gezien. 'Rare scouts hebben jullie,' lachte hij, en stapte met een mooie glimlach de spelersbus in. Dat woordje 'jullie' bleef een tijdje in mijn hoofd hangen, ook onderweg in de auto. Ik had Arie helemaal niet verteld dat ik eigenlijk meer voor Feyenoord dan voor Ajax was. Zou hij wél ingestemd hebben met een interview, als ik hem dat verteld had? Ach natuurlijk niet, laat ook maar zitten, dacht ik en reed naar Amsterdam. Onderweg moest ik denken aan oude klassiekers. Ajax-Feyenoord in 1975, 6-0 voor Ajax, met vijf doelpunten van Ruud Geels. Het krachtsverschil was nog groter dan de einduitslag doet vermoeden. De 1-5 in Rotterdam, 1972. Ditmaal zat ik in een Feyenoord-vak. Cruijff was subliem, Haan deed volgens mij ook mee. De 1-3 in het Olympisch stadion, in de stromende regen, waarmee Feyenoord kampioen van Nederland werd. Israel en Laseroms waren fantastisch. Het was stil na afloop, heel stil. De 2-0 in Rotterdam, met twee maal Theo de Jong. De Kuip was in extase en bleef tot ver na het laatste fluitsignaal zingen. Prachtig vond ik dat. Ik heb meer klassiekers gezien, maar aan bovengenoemde bewaar ik om verschillende redenen de beste herinneringen. Op 26 oktober van dit jaar was het weer zover. Feyenoord heeft geen supporters meegenomen, dat is zo afgesproken tussen Van Praag en Van den Herik. Ik denk dat ze er zo het beste aan gedaan hebben, maar vind het ondertussen heel triest dat het zover heeft moeten komen. Feyenoord betreedt het veld. Ik krijg voor de eerste keer dit seizoen in de Arena echt de kriebels van binnen. 'Zou Cruz er eindelijk drie inleggen?' mijmer ik. Terwijl ik mijmer, heb ik me echter voorgenomen om voor Ajax te worden. Zomaar, omdat het beter is voor mij als medewerker van dit blad. Maar als Feyenoord zich dit seizoen opnieuw plaatst voor de Champions League, stuur ik ze wel een gelukstelegram of een e-mail. En aan Arie Haan ga ik binnenkort vragen of ik hem voor De Krant van Feyenoord mag interviewen. Want uiteindelijk is voetbal en het hele circus eromheen toch maar een spelletje. AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1997 171

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 171