inspectietocht. Aanvankelijk was ik helemaal niet te koop, maar toen de interesse van Ajax ernstig bleek te zijn, werd de zaak toch bespreekbaar. In Denemarken kreeg ik altijd een vrije rol achter de spitsen toebedeeld, maar Ajax kocht me duidelijk voor de rechterflank.' Dan Petersen moest toch even slikken, toen hij uiteindelijk tekende voor Ajax. 'Voor Odense kan iedereen spelen, maar niet om het even wie kan bij Ajax terecht. Ik werd ingepast in het vaste 3-4-3- concept.' Die tactische keuze werd na drie jaar een van de redenen voor zijn vertrek. 'Ik speelde steeds als rechtsbuiten. De omschakeling naar een andere positie werd moeilijk, omdat ik te lang op een bepaalde stek werd vastgeprikt. Voor mijn eigen ontwikkeling vond ik het daarom beter om Ajax te verlaten toen er een interessant aanbod van Monaco kwam. Zo'n vast systeem, zoals ik het bij Ajax leerde kennen, heeft voor- en nadelen.' Zou hij het zelf aanraden, mocht hij bijvoorbeeld door Odense BK om advies gevraagd worden? 'Zo'n concept heeft iets, Dan Petersen in het Ajax dat op 20 mei 1993 in de Rotterdamse Kuip aantrad voor de bekerfinale tegen Heerenveen. Staand vanaf links: Wim Jonk, Dennis Bergkamp, Marciano Vink, Dan Petersen, Stefan Pettersson, Edwin van der Sar; gehurkt: Sonny Silooy, Edgar Davids, Marc Overmars, Frank de Boer, Danny Blind. Ajax won met 6-2. Petersen scoorde Ajax' vijfde. dat moet ik toegeven. Het oogt mooi en daarmee bouw je zeker een traditie op. Voor de club zelf vind ik het heel goed, maar voor de spelers wordt het op lange termijn misschien monotoon.' Van een keurslijf wil hij echter niet spreken. Voor Dan Petersen blijft zijn periode bij Ajax immers een prachttijd. Aandacht Enkele Ajacieden houdt hij in gedachten. 'Leo Beenhakker vond ik een goede man en een bekwaam trainer. Louis van Gaal is volgens mij in zijn vak een van de toppers in de wereld. De perfectie, inzake tactiek, training, wedstrijdvoorbereiding. Je wist steeds waar je aan toe was. Ik had elke dag een gesprek met hem. Soms bleef het beperkt tot amper twee minuten, op andere dagen liep het mogelijk uit tot een half uur. Maar altijd onderhield hij een goed, open contact met zijn spelersgroep. Zo groeit vertrouwen en begrip. Verder denk ik vooral aan Bobby Haarms en Sjakie Wolfs. Unieke Amsterdammers. Vooral Bobby Haarms belichaamt Ajax. De dag dat Bobby gaat, zal Ajax veranderen. Hij vertelde me ooit dat hij aan de overkant van het stadion opgroeide en als jongetje naar de trainingen kwam kijken. Die man praat met ontzettend veel liefde over zijn club. Naar de spelers toe straalt hij iets uit: warmte, aandacht. Voor mij AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1997 167

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 167