Na op 1 september de laatste
bekerwedstrijd in de voorronde tegen RKC
met 7-0 te hebben gewonnen
(doelpuntenmakers: Arno Splinter,
Froylan Ledezma, Raphael Supusepa, Rody
Turpijn, Robert Jan Ravensbergen en
Andrej Demtsjenko, die twee maal
scoorde) werd in de eerste
competitiewedstrijd tegen FC Twente
aangetreden. Dat gebeurde onder
uitstekende voetbalomstandigheden, met
een goede grasmat, mooi weer en veel
publiek.
Ajax begon traag aan de wedstrijd. In de
tiende minuut onderschepte Becker een
foutieve pass van Luciano van Kallen,
waarna de door hem aangespeelde Kandhai
Fred Grim eenvoudig kon passeren.
Vervolgens werd het tempo flink
opgeschroefd, wat er vooral aan de
linkerkant, waar goede positiewisselingen
werden uitgevoerd, toe leidde dat het
levensgevaarlijk werd voor de verdediging
van FC Twente. Twee goals voor rust
waren het gevolg.
In de 18de minuut ging Raphael Supusepa
goed door met de bal aan zijn voeten, hij
passte op Cedric van der Gun, die de bal
teruglegde op Arno Splinter en die schoot
1-1 in. Vier minuten later speelde Tim de
Cler Raphael Supusepa aan, die de bal in
één keer doortikte naar Rody Turpijn. Uit
diens voorzet vanaf de achterlijn kwam
Cedric van der Gun op snelheid goed voor
zijn man en tikte 2-1 in. FC Twente kon
daar in de eerste helft slechts één
gevaarlijke actie tegenover stellen. Een
kopbal ging buiten bereik van Fred Grim
naast.
De beginfase van de tweede helft was niet
zo geweldig, omdat Ajax niet zijn opvatting
en instelling van het tweede gedeelte van
de eerste helft kon vasthouden. Het goed
doorzettende bijtertje Pascal de Vries, die
soms tot de rand van het toelaatbare ging
en sommige Ajacieden met zijn spel
irriteerde, stelde Kandhai in staat de
gelijkmaker te scoren. Daarna trok Ajax
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1997