£-45?
ISS'
V
TA -
V V -
.••-%:óVV; -WV\«
vV-t;S^H^:-V^,*W-' IPMww
'Ik wil alleen nog doen wat
ik leuk vind. En dat is wat ik
deed: het ontvangen van de
scheidsrechter en de
tegenpartij.'
is, dat verschilt soms. 'De beide
glorieperiodes onder vader en zoon Van
Praag, dat waren verreweg de mooiste
tijden van mijn Ajax-leven. De periodes
onder Melchers en Harmsen, nee, dat was
niet fout, maar toen kwam er toch zoveel
bij, dat ik zeg, nee, dat was mijn beste tijd
niet. Zelfs al is het tegenwoordig allemaal
zakelijker en is de gemoedelijkheid
daardoor verdrongen - hoewel, daarvoor
kun je naar de Toekomst -, was ook de
laatste periode vanaf 1989 natuurlijk
onvergetelijk. "Vroeger" moetje nooit
verheerlijken. Je moet reëel zijn: de slechte
dingen waren er vroeger ook, die heb je
alleen verdrongen. Het is allemaal anders
geworden, en grotendeels beter. Vroeger,
bijvoorbeeld, deden wij van het bestuur al
het werk, maar sinds een jaar of tien
nemen de professionals, de directeuren,
steeds meer werk over. Wij houden vooral
toezicht. In de tijd van Jaap van Praag, dus
ook in de eerste grote periode van glorie,
was er naast ons alleen een administrateur.'
André Kraan is dus niet droevig onder zijn
nakend afscheid, al blijft de indruk dat de
droefenis ergens in zijn woorden toch
schuilgaat. Voor zijn zeventig levensjaren
ziet hij er opvallend goed uit. 'Hoe dat
komt, nou, mannen zijn nu eenmaal
egoïsten. Ik heb altijd goed voor mezelf
gezorgd, en wat ik niet zag, zag mijn vrouw
wel. Ik ben een zorgeloos mens, in die zin
dat ik met zorgen nooit naar bed ben
gegaan. Helaas heb ik geen kinderen - de
natuur was niet met ons - maar het
voordeel is dat je daardoor ook weinig
zorgen hebt. Want die geven kinderen
genoeg. Verder heb ik vijfenveertig jaar bij
dezelfde werkgever gewerkt en dat is me
altijd bevallen. Ik kan nu in de weekends
naar wedstrijden van de jeugd en de
zaterdag gaan, niet meer als functionaris
maar als echte Ajacied. Zeventig, nee, dat is
niet jong meer. Op donderdagavonden ga
ik naar het seniorenconvent. De ouwe-
lullenclub. Daar bespreek ik met mensen
als Schoevaart, Smit, Neefjes het wel en
wee van Ajax. Ik houd van gezelligheid en
daarvan zal ik nog genoeg krijgen.'
Van Ajax zal hij nooit genoeg krijgen. Hij
zal er vaak komen, maar het mooie
hectische leven van belangrijk zijn, op de
hoogte zijn, beslissen en reizen, is voorbij.
Verdrietig? Ach, een zwaar woord.
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1997