stilte, met een Amsterdamse uithaal: 'Die
heb wat alleen gezeten! Ze zegt tegen mij: Je
zoekt maar wat te doen straks. We gaan veel
reizen, dat is zeker. Daar ben ik gek op. Ik
houd van winkelen en van de natuur. We
gaan vaak naar Yorkshire. Reizen met
Ajax? Nee. Dat is voorbij. Dat is voorbij.'
Dezer dagen bespreekt André Kraan met
Michael van Praag welke taken hij bij Ajax
zal blijven vervullen. Alsof daarover nog
gesproken hoeft te worden. 'Ik wil alleen
nog doen wat ik leuk vind. En dat is wat ik
deed: het ontvangen van de scheidsrechter
en de tegenpartij. Ik heb goede relaties
opgebouwd in die kringen. Dick Jol zei
laatst nog tegen me: Jij blijft mij toch wel
ontvangen, hè? Dat is toch mooi? Verder
wil ik ook wel wat in het Ajax-museum
doen.'
Het ontvangen van de tegenpartij werd in
de Meer de laatste jaren wat problematisch.
Kraan: 'De Meer was een stukje verleden
tijd. Daar moest ik scharrelen met de
ruimte. Als er iemand niet was, moest ik
gauw die plaats claimen. Niet van deze tijd.
Je kunt wel wenen om de Meer, maar zo
moest het gewoon gaan. Toegegeven, het
eerste jaar in de Arena was sportief een jaar
van toegeknepen billen. Als ik er nog aan
denk, Musampa tegen NAC, eindelijk het
eerste Ajax-doelpunt in de Arena... Binnen
de vereniging Ajax viel het verder reuze
mee. We leden er niet onder. Nu kan het
alleen maar beter gaan. Moet het beter
gaan. En wat de perikelen met de
behuizing betreft, die niet overal af was: wij
schaamden ons misschien voor de Arena,
maar onlangs waren we bij Sunderland,
waar een nieuwe accommodatie in gebruik
werd genomen. Haha, dat was pas wat.
Alleen het veld en de hoofdtribune waren
klaar. De rest was een ramp. Er was een tijd
van aanpassing, in de Arena, maar die is nu
voorbij.'
Gemoedelijkheid
Nostalgisch is hij naar eigen zeggen niet,
maar wat iemand zegt en hoe het werkelijk
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1997