van 1961 tot 1964, onder Jan Melchers, die
overigens nog leeft. 'Hij had een sterk
Ajax-verleden. Ik kon het redelijk met 'm
vinden, maar laat ik zeggen, hij was te
weinig de voorzitter van alle Ajacieden.
Het was geen gelukkige periode en de
resultaten waren matig. De Algemene
Ledenvergadering dwong ons de functies
ter beschikking te stellen. Toen kwam Jaap
van Praag. Met hem een geweldige tijd
gehad. Een verademing. Hij was aimabel,
hij was een vaderfiguur, hoewel niet veel
ouder dan ik. Samen met Timman en
Westrik vormde hij het dagelijks bestuur.
Hij had zo in feite meer macht dan een
voorzitter van nu. Je moest niet op zijn
tenen gaan staan, want dan werd duidelijk
dat hij de baas was... Hij was een
komediant, een toneelspeler. Een leugentje
om bestwil hoorde daar nu en dan bij.
Door z'n charme vergaf je hem dat.
Moppen vertellen, daar was hij goed in. En
hij kon een Belg nadoen, beter kon een
Belg dat zelf niet. Hij kon zich in taken
wringen die hem 't beste uitkwamen. Een
echte leider.'
Ton Harmsen maakte André Kraan mee
van 1986 tot 1988. In die periode ging er
veel mis bij Ajax. 'Maar er was onder hem
ook een goede periode geweest, met een
paar titels. Bovendien, hij introduceerde de
sponsoring en de skyboxen. Het was een
man met een klein hartje. Een goed mens,
maar niet een van de gemakkelijkste. Dan
zeg ik het netjes. - Weet je, ik ben na het
aftreden een aantal keren teruggekeerd in
het nieuwe bestuur terwijl anderen dat niet
overkwam. Daar hadden mensen moeite
mee. Zoiets moet slijten.'
André Kraan keerde drie keer terug waar
anderen de crash niet overleefden. In 1964-
'65, toen hij de periode-Melchers
overleefde, in 1967 toen het bestuur van
negen tot vijf werd teruggebracht en na het
gedwongen vertrek van Ton Harmsen en
consorten in 1988 (nieuw bestuur in 1989).
'Als mens doet je dat goed. Als Ajacied
ook.'
Zwaar woord
Kraan: 'Ik ben niet zo nostalgisch, ik ben
veel vergeten. Verdrietig omdat ik wegga?
Dat is een zwaar woord. Ik neem niet met
vreugde afscheid, gezien mijn goede
gezondheid. Straks op 22 september neem
ik mijn zakdoek mee, maar niet vanwege
tranen. Die passen hier niet bij. Alles
eindigt toch een keer? Je werk, je hobby, je
leven... En in feite relativeer ik als oudere al
meer dan vroeger. De scherpte is eraf. Nee,
vernieuwingen kunnen geen kwaad.'
Voor André Kraans vrouw wordt het een
hele aanpassing. 'Vroeger kwam ze veel bij
Ajax, toen ik zelf nog honkbalde. In de
jaren '50 en '60. Later kwam ze minder en
minder. Ze moest leren zichzelf te
vermaken. Dat is haar gelukt.' Na een
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1997