ïfmm-mm* 'Als iets goed is, hoef je niet krampachtig op zoek naar iets nieuws dat heel misschien ook goed zou kunnen zijn.' vissen. Dat deed ik vroeger en dat doe ik nog steeds. Het is een ouderwetse vorm van vrijetijdsbesteding, maar ik hoef niet speciaal op zoek naar allerlei nieuwe en dure hobby's of liefhebberijen. Niet dat ik niet graag golf, zoals veel van mijn collega's. Dat vind ik ook erg leuk om te doen. Maar vissen zal toch altijd mijn voorkeur houden. Er zijn maar weinig spelers die zich mijn lol kunnen voorstellen. De meesten begrijpen er niets van hoe je uren naar een dobber kunt zitten turen terwijl er verder niets gebeurt. Grim - de enige keeper die graag vist - en Hoekstra weten waar ik het over heb, de rest schudt zijn hoofd. Zelfs mijn vrouw moet ik niet gaan uitleggen dat ik een heel leuke middag heb gehad als ik in mijn eentje uren door de weilanden heb getrokken om naar een goede stek te zoeken om karpers te vangen. Ik kan genieten als ik in mijn bootje door de slootjes rond Vinkeveen trek. Ook als ik die stek niet vind, ook als ik helemaal niets vang. Het gaat om alleen zijn; om even helemaal geen gezeur aan je hoofd te hebben. Het komt voor dat ik er vier dagen achter elkaar op uittrek en dat ik vier dagen niets vang; het verveelt me nooit een tel. Het is iets wat ik heb overgehouden uit de tijd dat mijn ouders een caravan hadden in Vinkeveen. Robbie en ik zijn daar opgegroeid en nog altijd vind ik het nergens mooier. En je kunt niet zeggen dat ik van de wereld nog niets heb gezien. Als iets goed is, hoef je niet krampachtig op zoek naar iets nieuws dat heel misschien ook goed zou kunnen zijn. Ik hoef ook niet meer weg bij Ajax. Ik heb het hier volledig naar mijn zin. Het kan altijd gebeuren dat de omstandigheden veranderen waardoor het minder leuk wordt. Er kan een ander bestuur komen of er kan een trainer komen die me niet bevalt, maar de drang om weer weg te gaan heb ik niet.' Visserslatijn 'Soms schep ik op,' geeft Witschge toe. 'Dan heb ik meer gevangen dan in werkelijkheid. Maar het scheelt hooguit een paar pondjes. Het liefste vis ik op karpers. Dat is de grootste sport. Ie moet strijd hebben, anders is er niets aan. Met karpers lever je echt een heel gevecht voor je ze binnen hebt. Snoeken zijn iets gemakkelijker, maar ook nog leuk en als je echt zeker wat naar boven wilt halen, ga je op baars vissen. Maar het kan ook gebeuren dat je alleen maar witjes, kleine voorntjes, aan je haak krijgt. Daar is geen lol aan. In principe gooi ik terug wat ik vang. Alleen laatst ving ik in de vijver bij Diemen echt een knoert van een karper. Toen ik die binnen had, heb ik hem als de sodemieterij in mijn kofferbak meegenomen naar Muiden, waar mijn schoonvader een eigen meertje heeft. Zo'n karper kan wel een half uur in de lucht overleven. In dat meertje heb ik hem toen weer uitgezet. Hopelijk vang ik hem nog eens. Het is heel raar met dat meertje. Het zit vol met goudkarpers, maar die weigeren te bijten. Dat is ook het mooie van karpers; je moet er heel veel moeite voor doen en heel veel geduld voor opbrengen. Wat in dit voetbalseizoen de karper is? Die moet dan volgens mij toch in de Europese competitie worden gezocht. In ons geval is het dit keer dus de UEFA Cup. Het landskampioenschap is de snoek en de baars zal dan de Amstel Cup moeten zijn.' De karper is een kwartier op het droge. 48 AJAX MAGAZINE OKTOBER 1997

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 48