Media lopen als rode draad
door Van Gaals columns
door Michel Sleutelberg
Onder de kop 'Van Gaal is Leo niet' verscheen op zaterdag 12 oktober 1991 voor
het eerst een column van de hand van de nieuwe technisch directeur van Ajax in
de Amsterdamse krant De Courant Nieuws van de Dag. Van Gaal was Leo
veertien dagen eerder opgevolgd bij Ajax en nu dus ook bij de krant. Zes jaar
hield hij het bij beide vol. De stukjes zijn inmiddels gebundeld onder de titel
'Mijn jaren bij Ajax'.
Meteen in zijn eerste column (van de 255,
de bundeling leverde een pil van 350
pagina's op) zet Van Gaal uiteen wat hem
drijft om 'ook via pen en papier' in de
voetsporen van zijn voorganger te treden.
Dat is om zich heel duidelijk te profileren
als iemand die niet in de voetsporen van
zijn voorganger treedt. Daar is - in zo korte
tijd al! - misverstand over ontstaan bij de
media. De media: het hoge woord is er in
de eerste alinea al uit, we hebben de rode
draad van de komende zes jaar
onmiddellijk te pakken. 'Sinds de
veranderingen bij Ajax wordt elk woord
van mij in de media afgewogen met de
woorden van Leo. Ik vind dat nogal
omgenuanceerd. Het kan ook aan mij
liggen, misschien heb ik me niet altijd even
helder uitgedrukt. Maar de benadering van
de media is er misschien ook debet aan.'
De vergelijking met Beenhakker wordt al
snel niet meer gemaakt door de pers, maar
kritiek blijft. Ajax doet het dan ook niet al
te best. Ook het publiek moet wennen. In
zijn eerste column schrijft hij: 'De eerste
helft was zeer matig en via korte
spreekkoren riepen de mensen al om Johan
Cruijff. Na rust werd er weer goed en
attractief voetbal gespeeld en was de steun
van het publiek ploseling enorm.'
Met het publiek kwam het wel goed, met
de media niet.
Indianenverhalen
Van Gaal gebruikte zijn column om
speculaties - 'indianenverhalen' - over
nieuwe aankopen te ontzenuwen. Vooral
nadat Dennis Bergkamp zijn vertrek had
aangekondigd, had hij het daar druk mee.
'Zo wist een journalist van een streekblad
te melden dat Barcelona zowel Laudrup als
Witschge wil ruilen en daar nog eens een
bedrag van 20 miljoen bij zou doen. Dan
begrijp je er niet veel van, want als dat zo
is, was ik liever vandaag dan morgen op dit
aanbod ingegaan.' Aldus van Gaal op 16
januari 1993. Dat Laudrup en Witschge
inmiddels beiden bij Ajax voetballen is
achteraf vermakelijk, maar het voert te ver
om te concluderen dat Van Gaal en de
journalist van het streekblad allebei een
beetje gelijk hadden.
Met het ontzenuwen van dit
indianenverhaal was voor Van Gaal de
kous nog niet af, want het gegis ging
gewoon door. 'Nu is het weer John van den
Brom die met Ajax in verband wordt
gebracht. Ik heb mijn spelers inmiddels
gewaarschuwd voor deze tendens, want het
is vooral een groot spel van de media om
steeds weer met namen te komen.' Dat was
op 27 maart 1993. Vier columns verder, op
24 april, had Van Gaal 'Positief nieuws tot
slot. John van den Brom speelt volgend
seizoen in het Ajax-shirt.'
Het altijd lastige aan- en verkoopbeleid en
de altijd lastige journalisten... Op 19 maart:
'Waar ik me na de nederlaag tegen Parma
mateloos aan heb geërgerd, is de korte-
termijnpolitiek die veel media hanteren.
Na afloop van de wedstrijd werd ik
bestookt met vragen welke spelers Ajax nu
moet verkopen. Men had woensdagavond
immers geconstateerd dat dit elftal te kort
komt voor de internationale top... Die
vraagstelling vind ik ronduit belachelijk. Je
kan nooit van één wedstrijd uitgaan en
men vergat gemakshalve dat we in de
competitie zes punten "los" zijn van
Feyenoord en morgen in de halve finale
van het bekertoernooi tegen NEC staan.'
Maar iets was er toch mis met Ajax, want
Ajax werd door NEC uitgeschakeld.
Terecht maakt Van Gaal zich boos als Leo
Driessen hem in december 1994 vraagt
naar de oorzaken van het puntverlies tegen
Volendam, Van Gaal vier punten opsomt
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1997