'Wat is er nou mooier dan op tijdens een lange autorit alle Feyenoord-spitsen sinds Kindvall te sommen? wereldkampioenen in de Formule I. Want het is bijvoorbeeld wel belangrijk om te weten dat Jody Scheckter in '79 de titel won.' Hotel California 'Het leven op het internaat ging ik steeds erger vinden. Rond mijn zestiende werd ik opstandig. Ik wilde weg van die school. Ik wilde de stad in, achter de wijven aan. In de zomer van '76 ben ik op een vrijdagavond voor het eerst Haarlem ingegaan. Het werd de grootste teleurstelling uit mijn leven. Ik had me er van alles bij voorgesteld, maar het werd een treurige opeenstapeling van teleurstellingen. Het kwam vooral door de muziek die ik overal hoorde. Supertramp, Al Stewart, de Eagles. Hotel California. Als iemand nu ook maar een klein stukje ervan neuriet, word ik nog steeds heel neerslachtig. Muziek vond ik in die tijd meer iets voor bleke sukkels die niet konden voetballen.' 'Een jaar later zag ik in Paradiso een optreden van The Jam. Ik was verkocht. Volkomen gelukkig. Alles wat ik mooi vond in voetbal, zag ik samengebracht in die muziek. The jam was voetballen met een gitaar om je nek. En je mocht er nog bier bij drinken ook. En er waren meisjes. Ik was in één klap van gedachten gedraaid. Voetballen was vanaf dat moment iets voor kinderen; voetballen was voor sukkels die niet van muziek hielden. Ik wilde geen profvoetballer meer worden, ik wilde op het podium van Paradiso staan.' 'In 1980 zijn we met de Tröckener Kecks begonnen. In die beginjaren heb ik nog gevoetbald. Eerst bij Swift, later bij RAP. Het viel nauwelijks te combineren met de optredens, die altijd in het weekeinde zijn. Het is maar goed ook dat ik ben gestopt. Ik was toch niet goed genoeg voor Ajax. En daar ging het mij toch ooit allemaal om. Stel je voor dat ik naar Ajax was gegaan, maar het eerste niet had gehaald. Dan was ik aan Helmond Sport verkocht en had ik nu een sigarenzaak in het centrum van Helmond gehad. Ik hoef niet jaloers te zijn op het leven van een voetbalprof. Als ik wil kan ik ook de hele dag lekker buiten zijn.' Virtuele prof 'Muziek heeft mij de kans geboden mijn jongensfantasie alsnog te verwezenlijken. In het lied "Naar de top" heb ik mezelf een virtuele profcarrière gegeven: ik scoor de beslissende treffer in de Europa-Cupfinale tegen Juventus. Allemaal net echt, met het commentaar van Rick de Saedeleer: Invaller Rick de Leeuw voor het eerst aan de bal, mooi aangenomen, speelt de bal tussen de benen van Platini door, duwt de bal voorbij Scirea, hij is door; De Leeuw blijft-ie kalm? Blijft-ie kalm? Goal! Goal! Goalf "'Naar de top" heb ik geschreven toen ik vierentwintig was. Het is het mooiste voetballied dat er bestaat. In 1995 hebben we een remix van het nummer uitgebracht. Nu met commentaar van Jaap Bax. Je moet het zo zien dat in '95 mijn profcarrière afliep. Dan kom je al gauw in het zaterdagmiddagvoetbal terecht. En wie hoort er nu bij het zaterdagmiddagvoetbal? Juist, Jaap Bax. Kom er maar in, Jaap.' 'Over het gevoel dat scoren teweeg brengt, valt nauwelijks een lied te maken. Maar je kunt wel zingen over een vrij universele droom zoals het scoren van een allesbeslissend doelpunt. Een doelpunt maken is een fysiek genot. Ik voetbal nu hooguit vijf keer per jaar, maar ik zorg ervoor dat ik in die wedstrijden een paar doelpunten maak. Dat moet. Op het podium staan, optreden geeft hetzelfde fysieke genot. Optreden is scoren. Op het podium stijg je soms boven jezelf uit. We zorgen ervoor dat het publiek gaat kolken. En wij als band kolken mee. Het maakt niet uit of je naar het stadion gaat voor een wedstrijd of naar Paradiso voor een optreden: als het maar kolkt.' 226 AJAX MAGAZINE OKTOBER 1397

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 226