of vijftien. Een paar jaar geleden had ik me
verzoend met de gedachte dat ik een
redelijke artiest was, maar niet zo'n goede
zanger. Eigenlijk een soort non-vocalist.
Als performer, op het podium ging het me
goed af; het podium is zo'n beetje mijn
natuurlijke omgeving. Maar sinds een tijd
vind ik dat ik beter ben gaan zingen. Tot
mijn eigen verbazing. Het is alsof ik mezelf
dingen toesta die ik eerder niet durfde. De
ballads op Dichterbij dan ooit zijn mooi
gezongen. Mijn voordracht wordt steeds
beter. Ik weet niet hoe zoiets mogelijk is. Ik
hoef het niet te weten ook; ik wil het niet
dood-analyseren. John Bosman van FC
Twente maakt hetzelfde door. Bosman
ontleent zijn faam aan de doelpunten die
hij overal scoorde, maar laatst las ik in een
interview dat hij zichzelf ook een steeds
betere voetballer is gaan vinden.'
'Er is de afgelopen tijd ook een soort rust
binnen de band gekomen. Als we vroeger
op het podium stonden, deden we aan
pupillenvoetbal. Als we de bal hadden
renden we op een kluitje als gekken naar
voren. Spectaculaire optredens, een soort
Engels voetbal: alles op de aanval, lange
halen. Maar zoiets kan ook te veel worden.
Het was één grote vuurzee die van begin
tot einde knetterde. Onze optredens zijn
nog steeds even energiek, maar we hebben
geleerd te doseren. Als nu eentje van ons
diep gaat, kan hij alle aandacht voor zich
opeisen omdat de rest hem rugdekking
geeft. We gaan nu om beurten diep,
waardoor we als totale band harder en
sneller kunnen gaan. We geven elkaar de
ruimte te schitteren, waardoor alles
voortdurend schittert.'
Slechte mensen
'Anderhalf uur optreden is vermoeiend. Ik
ben kapot na afloop. De enige manier om
die anderhalf uur tot een goed einde te
brengen is veel optreden. Met tachtig
optredens per jaar, in Nederland en
Vlaanderen, zitten we aan ons maximum.
Meer zalen zijn er niet. Wij repeteren
weinig. Van repeteren leer je heel goed
repeteren. Je leert er niet van optreden. Als
je te veel repeteert loop je het gevaar dat je
je vastklampt aan zekerheden en patronen.
Het verschil tussen onze band en een
voetbalelftal is dat wij geen spelsysteem
hanteren. We studeren geen vaste patronen
in. Wij moeten de ruimte hebben om alles
te laten gaan, om spontaan te kunnen zijn.
Maar je kunt pas spontaan zijn, als de basis
goed is. Anders verras je jezelf in plaats van
anderen.'
'De groep is voor mij heel belangrijk. Daar
valt op geen enkele manier mee te spotten.
We zijn vrienden. Zeker op het podium. Je
kunt niet met ruzie het podium op.
Terwille van het "succes" zullen we niet bij
elkaar blijven. Succes staat sowieso al niet
hoog bij ons op de agenda. Als de boel
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1997