Voor het eerst in zijn lange carrière zal de middenvelder er rekening mee moeten houden dat voor hem in de kern geen vaste plaats is ingeruimd. In de eerste competitiewedstrijd van het seizoen '97-'98 deed hij niettemin mee. Dat dankte hij aan de afwezigheid of ziekte van een zestal anderen. Tegen Vitesse kwam het allereerste officiële doelpunt van het gerenoveerde Ajax zelfs van zijn voet (5-0). Ontspannen lachend, zonder het verstarde mombakkes dat in de nagelharde strijd om het bestaan verwikkelde profs vaak kenmerkt: 'Ik ben nu de nummer achttien. Met Ajax is voor mij natuurlijk een droom waar geworden, maar tevreden kan ik met mijn positie onmogelijk zijn. Dit voelt... unbequem. Mijn laatste woord komt nog, natuurlijk. Het seizoen duurt lang, de kans komt onvermijdelijk. Ik heb tot nu toe op vier posities gespeeld. Daarvoor ben ik gehaald. Overal kan ik spelen, maar misschien ben ik nergens goed genoeg...' En na een denkpauze met fruit: 'Ik doe er alles voor, ook al beleef ik dat "alles" anders dan toen ik twintig was. Nu sta ik in de schaduw, maar aan de horizon zie ik zonneschijn.' Voetbalintelligentie Geleidelijk is Andrzej Rudy overgegaan op Duits. Dat praat voorlopig gemakkelijker. 'Het gaat natuurlijk in de eerste plaats om de Mannschaft, niet om mij,' zo luidt de volgende, nu wat minder originele uitspraak. 'De voetbalvisie van Olsen vereist voetbalintelligentie. Hij denkt offensief en heeft spelers nodig die voetbal begrijpen. Nu heeft hij een goede mengeling van jong en oud, waardoor de concurrentie groot is. Dat hij beslist, daar moet ieder mee leren omgaan. Dat is ook voetbalintelligentie. Voor Ajax rest alleen de weg naar boven, meent de aanwinst. 'Wat was, moet men snel vergeten. Iedereen staat voor een frisse start, iedereen wil zich bewijzen. De sfeer? Die is super, maar logisch ook, de echte druk moet nog komen.' AX MAGAZINE OKTOBER 1997

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 159