In de Nederlandse pers werd de bond
aangevallen voor zijn aperte krenterigheid
om een hele selectie lekker goedkoop op
een bedompte boot te zetten, maar harder
nog was men voor de spelers. De Telegraaf
noemde De Natris c.s. zelfs bolsjewisten.
Leo Lauer, nationalist van het zuiverste
water, schreef in Revue der Sporten: 'Onze
landszonen bespuwden en verscheurden in
figuurlijken zin hun eigen vlag. Uit naam
van heel het vaderland: dezen Hollanders
dank!'
Was Jan de Natris een bolsjewist? Een
proleet? Hij was onmiskenbaar een jongen
van het volk, een zeer begaafd voetballer en
tegelijk een zeer nukkig mens. Het
establishment had minder op met Jen. 'Het
was een goed debuut voor deze populaire,
maar helaas wat humeurige speler'
chroniqueurde Van Emmenes na De
Natris' eerste interland. En later, van
dezelfde schrijver: 'De Natris hoort
natuurlijk in het beste Nederlands elftal
van alle tijden thuis. Niet alleen vanwege
zijn 23 internationale wedstrijden - een
aantal, dat misschien wel dubbel zo hoog
zou zijn geweest als dat dekselse humeur
hem niet dwars had gezeten - maar ook op
grond van zijn werkelijk grote capaciteiten.
Hij was een rasvoetballer van het zuiverste
water, volkomen tweebenig, buitengewoon
snel, buitengewoon handig met de bal,
meester in het geven van voorzetten, steeds
er op bedacht door middel van zuivere,
harde schoten het doel te belagen. Ja, dat
humeur, daar had hij wat mee te stellen,
dat was oorzaak, dat hij soms in een
wedstrijd totaal niets presenteerde. Maar in
andere onderscheidde hij zich
buitengewoon en er zijn mensen genoeg te
vinden, die hem als de beste Nederlandse
voetballer van alle tijden beschouwen.'
Niet bij Vitesse dan toch. De club uit
Arnhem vierde in 1992 het honderdjarig
bestaan, onder meer met de uitgave van
een eeuwboek. De naam De Natris komt er
in het geheel niet in voor, terwijl Vitesse in
de superbe linksbuiten op zeker moment
toch een international rijker werd.
De transfer van Ajax naar Vitesse ging
overigens ook al weer typisch a la De
Natris; precies een dag voordat de
competitie zou beginnen, meldde De
Natris het bestuur van Ajax dat hij bij
Vitesse ging spelen. Eerder was hij al eens
opgestapt om bij De Spartaan te gaan
voetballen. Na een jaar was Jen weer thuis.
Dit keer leek dat uitgesloten; woedend
deelde Ajax de linksbuiten mee dat hij
nooit, nooit meer een voet in de Meer
hoefde te zetten. Een jaar later was De
Natris weer terug bij Ajax. (Noot: bedoeld
is het oude houten stadion aan de
Middenweg; de Meer werd pas in 1934 in
gebruik genomen, red)
Op en af, anders ging het niet bij Johannes
Daniël de Natris, geliefd en gevreesd, altijd
controversioneel. Twee keer eiste hij de
aandacht tijdens wedstrijden met Ajax
tegen HW. Bij een uitwedstrijd tegen de
'Groote Haagsche' in het seizoen '20-'21
De gouden Ajax-ploeg
die twee maal
achtereen kampioen
van Nederland werd,
Staande tweede van
links Jan de Naris.
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1997
147
Foto: Archief Ajax