Jan de Natris (1895-1972)
Een 'schooier' in
Oranje
door Henri van der Steen
Ajax heeft een lange traditie als hofleverancier van Oranje. Zes jaar na de eerste
officiële interland van het Nederlands elftal (op 30 april 1905 werd België in
Antwerpen na verlenging met 1-4 verslagen; alle Nederlandse doelpunten werden
gemaakt door Eddy de Neve), werd voor het eerst een Ajacied opgeroepen. Na
Cé Fortgens, die op 19 maart 1911 debuteerde (het was wederom in Antwerpen
dat de Belgen geklopt werden, dit maal met 1-5 dankzij onder meer een hattrick
van HFC'er Mannes Francken) werden tot op heden nog vierennegentig Ajacieden
uitgenodigd de kleuren van hun land te verdedigen. Van de tweeëntwintig
vooroorlogse Ajax-internationals is Jan de Natris de enige die een plaatsje
gekregen heeft in het boek 'Relikwieën van Oranje (1905-1940)\ het eerste deel
van een drieluik waarin de persoonlijke verhalen van vijfenzeventig Nederlands-
elftalspelers staan opgetekend.
wein^g^jjtsprlken die bewaard zijn
ivan Jamae Natris geven de indruk
van een bcleeME, wat timide jongeman. 'Ik
heb een prdftige voetbaltijd gehad,'
vertelde hij een verslaggever eens. En
eerder, over zijn aanvoerder bij Oranje,
Harry Dénis: 'Dat is een kalme, leuke,
vriendschappelijke aanvoerder.' Was deze
jongen de Van Hanegem van de jaren
twintig, de proleet tussen de heren?
In het tweede decennium van deze eeuw
ziet de wereld er nog tamelijk
overzichtelijk uit: de meeste mensen
hebben niks of heel weinig, een klein
groepje heeft alles of heel veel. Deze laatste
groepering, de kaste ter bezitters, heeft ook
het voetbal in eigendom. De herenclubs
staan slechts open voor diegenen bij wie de
ballotagecommissie empirisch kan
vaststellen dat zij over de juiste opvoeding
en familie beschikken, de competitie wordt
gespeeld zoals 'the good old' het hebben
willen en ook aan de samenstelling van het
Nederlands elftal is een zekere
vriendjespolitiek niet vreemd.
Langzaam echter komt het
arbeidersvoetbal via de diverse volksclubs
144
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1997