De 'gouden' jaren dertig brachten Ajax, wederom getraind door Jack Reynolds, menig kampioenschap. Op deze foto het elftal dat in 1932 het vierde landskampioenschap in de wacht sleepte. Staand vanaf links: Ben Vogel, Henk Anderiesen, Piet Vunderink, Jan Bonneveld, Piet Strijbosch, Jan van Diepenbeek en Dolf van Kol. Zittend: Bob ten Have, Wim Volkers, Piet van Reenen, Jan Schubert en Henk Twelker. Hoeve Voorland en de oprijlaan aan de Middenweg tegenover Betondorp. De oude boerderij moest verdwijnen omdat Ajax van de gemeente Amsterdam het erf van de hoeve als bouwgrond kreeg toegewezen. Ter gelegenheid van de opening van het stadion, dat Ajax gedurende 62 jaar zou bespelen, werd op 9 december 1934 in de sportzaal een diner gegeVen. ongetwijfeld ook daarin een eind gekomen zijn. Koerswijziging Robert Smith hield het slechts enkele maanden uit, Walter Crook lag constant in de clinch met het bestuur over zijn salaris, Foto: Archief Ajax Noodoplossingen Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog betekende het einde van het Ajax-bewind; spelers werden opgeroepen voor het leger, en na de Duitse inval in Nederland werd Reynolds krijgsgevangen gezet en moesten spelers zich melden voor de Arbeitseinsatz in Duitse steden. Met een bijna wekelijks wisselend elftal voetbalde Ajax zich de oorlog door. De nieuwe trainer, de Hongaar Vilmos Halpern, was vakbekwaam, maar bleek niet goed in de spelersgroep te liggen, en na enkele noodoplossingen nam oud-international Dolf van Kol de training voor zijn rekening. Succes bleef echter uit tot na de bevrijding. In november 1945, toen de eerste naoorlogse competitie van start ging, voegde Reynolds zich weer bij de club, en dat gaf het Ajax-elftal kennelijk zo'n oppepper dat onmiddellijk de afdelingstitel werd binnengehaald. Het kampioenschap van Nederland ging met één punt verschil Foto: Archief Ajax naar het Haarlem van Kick Smit. Een jaar later werd de staatsgreep opnieuw uitgevoerd, ditmaal met succes: Ajax bleef Abe Lenstra's Heerenveen drie punten voor, en de landstitel was terug in de Meer. Voor Reynolds, die inmiddels 64 was en toch niet meer de modernste voetbalopvattingen had, een mooi moment om terug te treden. Hij bleef in Amsterdam wonen en werd een soort onbezoldigd 'technisch adviseur', altijd bereid om in te springen waar dat nodig was. En dat was nodig, want de volgende jaren was Ajax weinig gelukkig in het aantrekken van trainers. Foto: Archief Ajax AJAX PRESENTATIEGIDS 1997-1998 91

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 90