De historie van Ajax door Evert Vermeer Toen de Amsterdamsche Football Club Ajax werd opgericht door leerlingen van de HBS aan de Weteringschans, op een zondagmorgen in 1900 tijdens een vergadering in Café Oost-lndië aan de Kalverstraat, was de belangrijkste drijfveer een vereniging te stichten die bestaansrecht had en niet, zoals de meeste clubs destijds, al binnen enkele jaren ten prooi zou vallen aan bestuurlijke desorganisatie. Dat lukte aardig. De club paarde ambitie aan veerkracht, vierde grote triomfen en wist de onvermijdelijke dieptepunten steeds te overwinnen. Een lange reeks oefenmeesters, trainers en technisch directeuren, de een langduriger en succesvoller dan de ander aan de club verbonden, bepaalde de geschiedenis van AFC Ajax. Ajax' eerste trainer was John Kirwan (uiterst rechts op de foto). In zijn eerste jaar had de voormalige Ierse international direct succes. Geholpen door zijn oefenstof werd Ajax ongeslagen kampioen in de afdeling, werd Concordia twee maal verslagen in de strijd om het algeheel kampioenschap van West en werd tenslotte in een zenuwslopende wedstrijd in Breda bij 't Zesde via een 0-0 gelijkspel de felbegeerde promotie naar de eerste klasse veiliggesteld. Op de foto vanaf links: Jan Grootmeijer, Louis Seylhouwer, Adriaan Pelser, Piet van den Broecke, Ton Kooy, Henk Schutte, Gerard Fortgens, Karei van der Lee, Chris Kammeijer, Frans Schoevaart, Jan Schoevaart en trainer John Kirwan. Al na drie jaar werd de nieuwe club toegelaten tot de Nederlandsche Voetbal Bond, waar zij een bescheiden, maar gezond bestaan leidde in de tweede klasse. In 1908, nadat promotie op het nippertje aan Ajax was ontsnapt, werd de organisatie uitgebouwd: via een fusie werd de ploeg versterkt met spelers van derdeklasser Holland. Voorzichtig keek de club naar een trainer. Het was duidelijk dat als Foto: Archief Aiax AJAX PRESENTATIEGIDS 1997-1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 85