Sprieten groeien in de natuur niet in een ondiepe bak onder een stolp, sprieten wensen luchtstromen, nattigheid en zon. En subtiel spel van passjes en techniek, typerend voor Ajax, gedijt niet op een slechte ondergrond. Het is te merken. Maar niet alleen daarom komt zo menig pass niet aan. In de Meer nam Ajax al een 1-0 voorsprong, louter door het stadion te betreden. Dat zelfbewuste ontbreekt voor iedereen voelbaar vanaf de allereerste entree in de Arena, op de officiële openingsavond, als de kritiek nog niet is losgebarsten, het Hollandse lied oorverdovend galmt en zelfs koningin Beatrix meedoet aan de 'wave'. De spelers lijken in de wedstrijd tegen AC Milan (0-3) niet op hun gemak, gehinderd door al die pottenkijkers zo dichtbij en hoog boven het veld, sidderend onder de verwachtingen die de ambiance wekt. In de 32ste minuut scoort Dejan Savicevic 0-1. Het eerste doelpunt in de Arena, een klap, een explosie van stilte. Dat patroon zet zich in de rest van de jaargang voort: in 41,7% van alle wedstrijden in de Arena valt de eerste treffer tegen Ajax. Blessuregolf Toch is er ook veel in het onreine wat niets met de Arena te maken heeft. De ontregelende Grote Verhuizing komt in feite juist op een goed moment: vermoedelijk was er voor Ajax hoe dan ook niet veel eer te behalen geweest. Daar is bijvoorbeeld de veelbesproken blessuregolf die met de drama's rond Mare O vermars en Martij n Reuser in december 1995 kort na het winnen van de Wereldbeker had ingezet. Deze twee zijn in juli nog amper hersteld en kampen het hele seizoen met vooral mentale naweeën. Frank de Boer heeft het EK in Engeland (juni) vanwege een zware blessure gemist. Anderen - onder wie Danny Blind, Peter Hoekstra, Patrick Kluivert en Richard Witschge - komen geblesseerd van het evenement terug of haken snel af met onder meer overbelastingsverschijnselen. Pas eind juni hebben ze hun laatste zware beproeving gehad: de verlengde wedstrijd tegen Frankrijk in de kwartfinale. Of ze de basis van hun kwetsuren in Engeland hebben gelegd dan wel al in het vorig seizoen (of beide), laat zich alleen raden. In Foto: Louis van de Vuurst Sluimerende kwaal Niet alle aankopen blijken aanwinsten (zoals Ivan Gabrich en John Veldman; de laatste maakt enkele ongelukkige fouten die tot tegentreffers leiden), over de de loop van de maanden erna beginnen onder anderen Jari Litmanen en Winston Bogarde in de malaise te delen. Ronald de Boer verbijt tot en met de laatste wedstrijd die nog van belang is de pijn aan zijn knie om zich vervolgens in mei 1997 te laten opereren. Ook anderen haken geregeld af. Jonge spelers en onwennige aankopen dienen 'de kar te trekken'. Ze worden noodgedwongen sneller gebracht dan goed voor hen is. Louis van Gaal zet in de loop van het seizoen in de officiële wedstrijden dertig verschillende spelers in. Op 20 oktober 1996 scoorde Winston Bogarde het 3.500ste Ajax-doelpunt uit de geschiedenis van de club. Hij deed dit in de 84ste minuut, waardoor een mager gelijkspel (1-1) tegen Volendam werd behaald. AJAX PRFSFNTATIFC.inS 1997-1998 137

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 136