RUIEV blijven maar achterin, op de lijn. Daar moet je als trainer consequenties uit trekken.' Van Breukelen Ook Hoek heeft zo zijn favorieten, hoewel hij haast rilt bij de naam Peter Schmeichel, de Deense keeper van Manchester United. 'Hij oogt spectaculair, maar als je hem kritisch volgt, zie je dat hij fantastische reddingen afwisselt met onvoorstelbaar veel fouten. Fysiek is hij imponerend en zijn worp draagt ver. Hans van Breukelen wil ik zeker niet vergeten. Hij gold niet als een natuurtalent en was zeker geen wereldkeeper, maar door zijn fantastische mentaliteit haalde hij wel een hoog niveau. En onze eigen Edwin Zoetebier uit Volendam vind ik zeer sterk in het onderscheppen van voorzetten, maar hij presteert niet stabiel.' Scouting Ajax scout veel jonge spelers. Daar wordt sinds enige tijd het begrip TIPS voor gebruikt, wat staat voor techniek, inzicht, persoonlijkheid en snelheid. Op welke kwaliteiten worden keepers getaxeerd? Hoek: 'De stijl van een keeper is niet bepalend, de motoriek wel. De snelheid in keeperssituaties was jarenlang de enige kwaliteit die meetelde, maar dat is niet langer het allerbelangrijkste. Moed, durf, lef, motoriek, functionaliteit. All rounder zijn en vooral: zit de winnaarsmentaliteit in het koppie? Die Köpke, de Duitste keeper, is daar een mooi voorbeeld van.' Het meest vervelende aan het vak van keeperstrainer is dat je met een basiskeeper werkt en voor het overige ongeduldige bankzitters hebt. Elke keeper moet nochtans op gelijke voet behandeld worden. Dat is een zeer belangrijk principe, stelt Frans meteen. 'Ze hebben elk recht op al je aandacht. Je hebt Fred Grim en Sar: de ene speelt, de andere niet. Het is aan de keeper op de bank om de nodige motivatie te blijven opbrengen. En die op het veld moet voor honderd procent blijven, ook al krijgt hij maar twee ballen per wedstrijd. Ik moet oog hebben voor beide situaties. Bijgeloof Allerlei nepmiddeltjes om een beter resultaat af te dwingen, bloeien weinig in de topsport. Zeker bij de nummers één van het team. Met het onvermijdelijke bijgeloof onder de deklat valt het volgens Hoek alleszins mee. 'Bijgeloof? Dat vind ik echt waanzin', vertelt de keeperstrainer. 'Maar, toegegeven, ik deed er destijds ook aan mee. Je kunt best een ritueel hebben, maar bij mij ging het te ver. Toen ik nog bij Volendam speelde, had ik een bepaalde manier om mijn schoenen te poetsen, mijn tas in te pakken en zelfs om te ontbijten. Gek werd ik ervan. Het is schadelijk wanneer het een dominante plaats gaat innemen, daar ben ik wel achter gekomen. Het is een ander verhaal met witte kousen. Dat moet gewoon, want ze maken je langer. Een keeper die niets wit draagt, hoort niet. Je moet aanwezig zijn in het veld. Je oog wordt er door aangetrokken. Sar heeft een groen pak aan. Daar voelt hij zich goed in. Dat geldt trouwens ook voor het klassieke Ajax-tenue. Er straalt iets vanaf. Je mag het nooit veranderen.' Welk trainingspak Frans Hoek volgend seizoen ook draagt als assistent van Louis van Gaal, hij bouwt in ieder geval verder aan zijn toekomst via zijn bedrijf Frans Hoek Sports. De organisatie van keeperskampen, het verzamelen van vakgegevens, alles zit erin vervat. 'Ik publiceer veel momenteel, maar het totale werk is nog op komst. Het zal een boek worden waarin alles opgetekend staat.' Een lang verhaal met alle ervaringen, deelt hij mee. Twaalf jaar Ajax, daar kun je inder-daad een boek over schrijven. Tot slot de onvermijdelijke vraag: Wat is er nou leuk aan keepen, terwijl de rest zich lekker in het zweet mag lopen? De oud doelman is snel met zijn antwoord: 'Ik heb het altijd heerlijk gevonden om naar een bal te duiken. Maar het is een noodmaat regel hoor, want het is alles of niks als keeper.'

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 96