Arena. Rob van Zoest is al meer dan dertig
jaar lid van Ajax en is vanaf het begin
betrokken bij de plannen voor het
Museum. 'Het is het visitekaartje van Ajax
en ik ben dolblij dat ons bureau de
inrichting mag verzorgen. Met alle respect,
maar ik zou zoiets niet voor PSV kunnen
doen. Ik zou er niet hetzelfde gevoel in
kunnen leggen. Ajax staat dicht bij mij. Ik
ben geboren in de Watergraafsmeer,
speelde bij Ajax vanaf mijn twaalfde tot
mijn negenentwintigste. Vrij vroeg in mijn
leven ben ik voor een tijd naar Noorwegen
vertrokken en de manier waarop ik met het
thuisfront communiceerde ging altijd via
Ajax, dat was de bindende factor. Dat laat
je nooit meer los. Die trots probeer ik in
het museum te leggen.'
Voetbal is geen kunst, vindt Van Zoest.
Een kreet als 'Ajax-voetbal is schilderen op
gras,' is aardig, maar voetbal is van buiten
vier muren, daar zet je geen huis omheen.
Voetballers lopen niet met hun handen op
hun rug, fluisterend. Al wil het natuurlijk
niet zeggen dat iets kunst moet zijn, wil het
in een museum terecht komen. Zeker niet
in een, zoals Van Zoest het noemt,
'vermusealiseerde samenleving', waar we
kunnen gaan kijken naar verzamelde en
tentoongestelde spaarpotten, handtassen
en koffiepotten.
Over de inrichting heeft Van Zoest lang
nagedacht. Voetbal speel je op een veld. En
als je het heel goed speelt, speel je het op
een veld in een stadion, aldus Van Zoest.
Dat kun je nooit in een museum realiseren.
Dat is een illusie. Daarom ligt er ook geen
kunstgras met strafschopgebieden op de
vloer. Wat je laat zien, zijn de overblijfselen
van een wedstrijd. Zoals Rinus Michels zei
toen Van Zoest hem om spullen vroeg
voor de tentoonstelling in de Beurs:
Voetbalgeschiedenis is van gisteren, dat is
gesmolten sneeuw. Dat heeft Van Zoest als
leidraad voor het museum genomen. Wat
je tussen vier muren kunt doen is de illusie
creëren van wat de wedstrijd ooit is
geweest, de herinnering daaraan. En dat
zijn maar weinig dingen eigenlijk. Foto's
met name. Maar in het begin van de eeuw
waren er haast geen actiefoto's, want
niemand kon die plaatjes maken. Spelers
bewaarden ook geen spullen want niemand
speelde met het idee dat hij later in een
museum terecht zou komen. Toch is er
genoeg bewaard gebleven.
De filosofie achter het museum is dat het
voetbal in zijn tijd geplaatst wordt. Dat is
niet los te zien en een museum is daar bij
uitstek geschikt voor.
Global Village
Het Ajax Museum probeert die
veranderende maatschappij te laten zien.
Het is een puur cultuurhistorische
benadering geworden. Niet alleen de
voetbalbeelden. Te zien is hoe Amsterdam
met haar bewoners eruit zag door de eeuw
heen. Van Zoest vindt dat belangrijk.
Mensen hebben er geen idee van wat
honderd jaar is, het is goed om daar stil bij
te staan.
Het gaat allemaal over voetbal en Ajax,
maar hij en zijn mensen proberen het wel
in een context te plaatsen. Om reliëf aan te
brengen. Uit de jaren zeventig is te zien dat
de mensen toen allemaal heel erg lang haar
hadden. Geëindigd wordt met de
multiraciale samenleving. Het feit dat bij