Een trots rustpunt in de woeligheid van vandaag Museum door Maarten Moll In oktober 1997 opent het Ajax Museum haar poorten in het entreegebouw van de Amsterdam Arena. Een museum dat past bij de club met haar rijke, roemruchte en weelderige historie. Achter het idee en de realisatie van het museum schuilt een visie. De visie van een man met een rood-wit hart. 'De twintigste eeuw is de eeuw van de sport. Buiten de oorlogen die er zijn gevoerd en alle narigheid die er verder over aarde is getrokken, is het één van de belangrijkste veranderingen in het leven van de mens geweest. Sport heeft een extra dimensie aan het leven gegeven. Het heeft een nieuw soort helden- en godendom gecreëerd. Vroeger ging je naar de kerk en bad je tot god. Nu ga je naar het stadion en geef je je voor Ronaldo. Het is een substituut voor hoop. Je kunt daarin doorschieten, maar het blijft natuurlijk wel gewoon een spelletje van tweeëntwintig man en een bal op een stuk groen.' Het Rijksmuseum is met een goede steenworp te raken. Aan het water van de Boerenwetering, tussen de Ruysdaelkade en Hobbemakade, bevindt zich het kantoor van Rob van Zoest, de man van het opmerkelijke, bovenstaande citaat. Van Zoest (44) is kunsthistoricus en drijft samen met compagnon Paul Spies het kunsthistorisch bureau D'ARTS, dat verantwoordelijk is voor het concept en de algehele uitvoering van het Ajax Museum. Hij wilde eigenlijk schatgraver worden, maar zag al snel in dat er in de archeologie geen brood te verdienen was. Hij ging hoog gelegeerd staal verkopen voor een Frans bedrijf, kreeg daar genoeg van en begon op zijn zesentwintigste aan een studie kunstgeschiedenis. In 1987 richtte hij D'ARTS op. D'ARTS geeft managementadvies aan musea en andersoortige cultuur instellingen en verzorgt daarvoor ook pers en publiciteitscampagnes. Voorts publiceert het bureau in opdracht van uitgevers tal van cultuurhistorische boeken, en geeft het één keer per jaar onder eigen beheer een boek uit over Amsterdam. Naast het tweedelig Amsterdamse grachtenboek verschenen er werken over de Portugese synagoge op het Jonas Daniël Meijerplein en begraafplaats Zorgvlied. Momenteel wordt gewerkt aan de uitgave Ode aan het Vondelpark. 'Dat doen we,' zegt Rob van Zoest, 'omdat wij dat belangrijk vinden. Amsterdam ligt dicht bij het hart. We houden van de stad en alles wat daar gebeurt. Daar wil je op een bepaalde manier mee omgaan en wij zitten in een positie om dat op onze, eigenwijze manier te doen.' In het kader van die gedachte organiseerde het bureau in 1992 de succesvolle tentoonstelling Ajax ingelijst, in de Beurs van Berlage. Van Zoest hoorde in de Beurs het hoofd van de interne dienst zoiets roepen en begon meteen aan de realisatie te denken. Dat was ergens in 1990, toen het niet erg goed ging met Ajax. Weliswaar is het na vier jaar PSV weer landskampioen geworden, maar het staafincident in de UEFA-cupwedstrijd tegen Austria Wien drukt een inktzwarte stempel op de club. Van Zoest heeft twee jaar nodig voor hij van het Ajax-bestuur groen licht krijgt. De tentoonstelling opent op het moment dat de hype rond het Van Gaalse Ajax begint. De UEFA-Cup wordt gewonnen en Ajax is na Juventus de tweede club in Europa die de verzameling Europa Cups compleet heeft. Tijdens die tentoonstelling is er al sprake van een nieuw stadion en zijn er ook al ideeën voor een museum. Gesmolten sneeuw Het nog te openen Ajax Museum is gesitueerd in het entreegebouw van de

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 214