te doen wat Stanley wel goed kon: terugzakken om in dienst van Johan te spelen. Hij nam het defensieve werk van Cruijff over. Achteraf gezien bleek dat heel goed geanalyseerd van Cruijff of van Libregts, ik vermoed van de eerste.' (Pierre Vermeulen)' 'Hij ging zich een beetje met me bemoeien. We gingen samen wel eens naar de bioscoop, we gingen een glaasje drinken. En hij hielp me met het zoeken naar een huis. Maar hij deed dat op een niet- geforceerde manier. Je kunt ook een beetje aanstellerig iemand helpen, maar dat deed hij niet, omdat hij Ajax is, omdat hij zichzelf is.' (Jan Mulder) De gelukkigen die nog met Johan Cruijff gespeeld hebben, verhalen over het jochie dat zo genadeloos kon voetballen, over zijn flitsende demarrage, zijn sensor voor aanslagen, zijn voetbalintellect, zijn vermogen een elftal te regisseren en natuurlijk over zijn geniale of zoals Michel van de Korput zegt eigenaardige acties. Met verbazing keek Van de Korput toe hoe Cruijff tijdens een wedstrijd de bal hoog in de tribune schoot. 'Ik zei: "Wat flikje nou?" Hij zegt: "Er staat niemand vrij, dus ik kan die bal beter de tribune in rosssen. Dan kunnen we teruglopen en ons opnieuw opstellen. Dat is beter dan een risicovolle pass te geven die onderschept wordt.'" Maar ook de wijsneus Cruijff die overal verstand van heeft is goed voor leuke anecdotes. Aan Tcheu-la Ling waren Cruijffs adviezen niet besteed: 'Al ben je de beste voetballer aller tijden geweest, dat houdt nog niet in dat je dat je kunt bepalen welk hotel het beste is en hoe je een horoscoop moet lezen. Dat laatste wist hij namelijk ook al beter, toen er eens een astroloog op bezoek kwam. En toen Lerby eens een flesje water dronk, zei hij dat dat op een andere manier moest. Eerst moest je flink schudden en dan zus en zo drinken.' Wie precies wil weten hoe Spa a la Cruijff te drinken wordt verwezen naar het verhaal van Bennie Wijnstekers. Zo blijkt maar weer dat Cruijff ruimhartig genoeg is om zijn kennis ook ten goede te laten komen aan de Feyenoorders. De geïnterviewden vertellen ook lieve dingetjes, kleine wetenswaardigheden die aantonen dat Cruyff ook menselijke trekjes vertoont. Johan die sigaretten bietst maar wel regelmatig trakteert op gebak in de sportzaak van Ton Pronk, omdat hij zijn oog heeft laten vallen op een van de winkelmeisjes. Johan die de tas van Klaas Nuninga naar huis brengt, wanneer deze met spoed naar het ziekenhuis moet waar zijn vrouw op het punt van bevallen staat. En ronduit vertederend is het beeld van Cruijffïe die op reis steevast wakker wordt in de armen van Heinz Stuy. Oude kwesties als de stemming rond het aanvoerdersschap, de verhouding Cruijff/Michels, het conflict met de PSV'ers bij Oranje en Cruijffs invloed op de opstelling komen ook aan de orde. Maar de tijd heeft de scherpe kantjes ervan afgehaald. Al met al is het een aardig boekje. De monologen zijn natuurlijk en levendig. De lezer wordt getrakteerd op verhalen uit de eerste hand. Hij komt meer te weten over Cruijff. Maar ook over zijn medespelers. Want al pratend over Cruijff portretteren de vertellers ook zichzelf. Bovendien gunt Klaas Vos hun een uitgebreide introductie. Blijft de vraag of alweer een boekje over Cruijff nu wel zo nodig is. De verjaardag van Johan Cruijff leidde tot een hausse aan publicaties. Sommigen roepen dat het te veel van het goede is. Anderen spreken van een inhaalslag. Maar het is natuurlijk niet zo dat we het tot die tijd alleen maar moesten stellen met Nico Scheepmakers 'Cruijff, Hendrik Johannes, fenomeen' en 'Boem', de biografie door Cruijff verteld en door Jaap ter Haar opgeschreven. Er is geen persoon in Nederland die zo vaak en zo aanhoudend in het nieuws was en is als Cruijff. Interviews met hem, uitspraken over hem, de sportjournalistiek is ervan vergeven. Aan de vele verhalen en verhaaltjes die over Cruijff in omloop zijn heeft Klaas Vos er nog eens 38 toegevoegd. En dat is mooi. Hoe meer meningen, anecdotes, impressies en interpretaties voorhanden zijn, hoe meer mogelijkheden iedereen heeft zijn eigen beeld van Johan Cruijff te vormen. Een beeld dat met iedere nieuwe uitspraak kan worden bevestigd of bijgesteld. Het stelt de fan in de gelegenheid Cruijff op te nemen in zijn kring van familie en kennissen. De bewonderaars van Cruijff kunnen weliswaar niet zeggen dat ze nog met Cruijff gevoetbald hebben, maar een andere titel van Klaas Vos kunnen ze wel nazeggen. Ook zij mogen Johan zeggen. Klaas Vos: Ik heb nog met Johan Cruijff gespeeld. Uitgeverij Anthos, Amsterdam. 160 blz., f24,90 197

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 197