bedrag. Risicowedstrijden vragen de inzet
van vijf- a zeshonderd man politie. Maar
bij de laatste editie van Ajax-Feyenoord
waren al zo'n duizend man op de been.
'We mogen ons hoofd niet buigen voor een
kleine groep raddraaiers. Er is nog altijd
een veel grotere groep mensen die
onnoemelijk veel plezier aan het voetbal
beleeft. Ajax steekt zelf flink wat geld in
veiligheid. Per wedstrijd zet Ajax zo'n
vijfhonderd mensen in. De clubs zijn
verantwoordelijk voor wat er in het stadion
gebeurt, de politie voor wat er buiten
plaatsvindt. Zo moet dat ook blijven.'
Nu er plannen liggen om bepaalde (harde)
supportersgroepen juridisch te kenmerken
als 'criminele organisaties', krijgt de politie
meer armslag preventief op te treden. De
deur naar infiltratie tussen de hooligans
staat daardoor open, telefoongesprekken
kunnen makkelijker worden afgeluisterd.
Is de politie dan al niet op de hoogte wie de
ergste raddraaiers zijn? 'We hebben een
redelijk inzicht wie deel uitmaken van de
supportersgroepen. Het zou raar zijn dat
wij geen informatie hebben op een
moment dat er iets gebeurt. Maar kennis
van zaken en het oppakken van daders zijn
twee verschillende dingen. Je kunt wel
iedereen mee naar het bureau nemen,
maar je blijft afhankelijk van kloppende
getuigenverklaringen en ander sluitend
bewijs. Gelukkig maar. De bewijslast bij het
oppakken van groepen is lastig. Het
gebruik van videocamera's heeft ons meer
mogelijkheden gegeven. Als we daders
eenmaal op video hebben vastgelegd,
kunnen we ze later pakken. Dat zullen we
niet nalaten, ook al lukt het misschien pas
één of twee jaar later. Nog onlangs hebben
we op die manier een groep relschoppers
opgepakt die zich misdroeg tijdens de
wedstrijd tussen Ajax en Feyenoord in het
seizoen '95-'96. Infiltratie is ook een
mogelijkheid, maar we moeten afwachten
wat de rechter er van zegt.'
Steriel
Een misverstand. Rellen, zegt Wilting,
vinden hun oorzaak niet in foute
beslissingen van scheidsrechters of in
geschoffel van spelers op het veld. Zulke
dingen horen er bij, zulke dingen maken
de voetbalsport. Wat Wilting betreft gaan
supporters tijdens die twee keer drie
kwartier 'volledig uit hun dak'. 'Ik begrijp
helemaal niets van het gezeur over
technische middelen die de scheidsrechters
van dienst moeten zijn. Onzin. Voetbal is
emotie, voetbal is passie. Mensen hebben
het nodig af en toe eens te schreeuwen,
zich kwaad te maken over een overtreding.
De hele week zitten ze in een keurslijf
geperst. Ik wil op zondag kunnen roepen
"potverdomme zak, mankeert er iets aan je
ogen?" Het punt is alleen hoever je daarin
kan en mag gaan. Een keer hondenlul mag
best, zelfs als een heel stadion dat roept.
Ook dat is passie. Passie is dat er fouten
gemaakt worden; passie is dat een
scheidsrechter de mist in gaat; passie is dat
je je daar als toeschouwer verschrikkelijk
over kunt opwinden. Als je de passie eruit
haalt, draai je voetbal de nek om. Passie
mag je niet steriliseren.'
De Amsterdam Arena is volgens Wilting
begonnen als het laboratorium van de
steriliteit. Kil, koud, levenloos. Er moet,
zegt hij, snel iets in de Arena gebeuren om
voetbal weer terug te brengen naar wat
voetbal behoort te zijn: broederschap en
beleving; bier en Bratwurst. 'Ik begrijp dat
Ajax deze stap heeft moeten maken, dat de
club het oude stadion was ontgroeid. Ik
hoop dat het bestuur er in slaagt de echte
voetbalsfeer terug te krijgen, ben ervan
overtuigd dat het bestuur daar ook keihard
aan werkt. Ik heb ontzettend moeten
wennen aan de Arena. Tijdens een van de
eerste wedstrijden ben ik na een kwartier
opgestapt en naar huis gereden. Ik heb wel
eens de indruk tussen publiek te zitten dat
op de verkeerde momenten juicht. Een
deel van de echte voetballiefhebbers is niet
aanwezig. Anderen, voor wie voetbal
slechts een aanleiding is om naar een
stadion te komen is, zijn er voor in de
plaats gekomen. Nette pakken hebben de
overhand. Maar voetbal is: spijkerbroeken,
gekleurde petjes; voetbal is de handen
ineen slaan om gezamenlijk van een
lekkere wedstrijd te genieten; voetbal is dat
je elkaar na afloop op de schouder slaat,
om vervolgens nog ergens een biertje en
een worst te nemen.'
Wilting mist in de Arena 'de vonk, de
bevlogenheid, de zindering'. Maar dat kan
ook aan het spel van Ajax hebben gelegen,
want wat hij dit jaar zag was niet best. 'Er
waren wedstrijden dat ik dacht "tjonge-
jonge, zo jaag je het publiek echt naar
huis". De club mocht blij zijn dat, als
gevolg van de successen in de jaren ervoor,
het stadion meestal vol zat. Als het zo nog
een tijdje doorgaat, komt Ajax in de
problemen. Stel je voor dat er nog meer
gezichtsbepalende spelers vertrekken. Ik
moet er niet aan denken dat Jari Litmanen
weggaat. Nou ja, Ajax heeft in het verleden
wel vaker inzinkingen gekend en die zijn ze
ook te boven gekomen.'
Eigen graf
Vanaf 1964 als diender, vanaf 1981 bij
Bureau Voorlichting, is politieman Wilting
altijd nauw betrokken geweest bij voetbal.
Zijn betrokkenheid bij de sport is
hoofdzakelijk nog beroepsmatig. Voetbal is
allengs minder tot zijn liefhebberijen gaan
horen. Het geld, zegt hij, heeft de
voetbalsport verziekt. 'De clubs zijn bezig
hun eigen graf te graven. De sport wordt
de gewone man uit handen genomen. De
salarissen rijzen de pan uit, clubs zijn bezig
naar de beurs te gaan: het loopt volledig uit
de hand. Als dat nog een poosje doorgaat
keert de gewone supporter voetbal de rug
toe. Ik zie soms spelers over het veld
sjokken. Maar wel voor een onvoorstelbaar
salaris. Als ik op die manier mijn baas zou
dienen, moet ik niet vreemd opkijken als
hij zegt "Zeg, Wilting zou je niet eens