Foto: Jeroen Snijders
Net als de agnostici in ons willen uitroepen
dat ze van de atheïsten hebben gewonnen,
lopen we een jongeman tegen het lijf. Hij
heeft het hoofd van Roberto Baggio,
inclusief staartje, maar kan hem nooit zijn,
want Baggio is boeddhist en heeft hier nog
minder te zoeken dan wij. Tenzij hij ook
zo'n reisgidsje heeft gelezen, maar daar
gaan we vooralsnog niet van uit. Deze
Baggio loopt net als alle anderen rustig
door de Duomo, maar speelt toch een
divisie hoger: hij schuifelt niet, hij murmelt
niet, hij loopt niet met het hoofd omlaag,
hij vertoont geen spoortje angst, hij
glimlacht zelfs flauwtjes en hij heeft, we
weten niet wat we zien, onder zijn arm een
tijdschrift waarop we het hoofd van Patrick
Kluivert herkennen. God bestaat dus toch,
bedenken we, verheugd en verward
tegelijk, en besluiten Baggio te volgen en
aan te spreken zodra we weer buiten staan.
Baggio, die helemaal Baggio niet is, maar
gewoon Franco heet, blijkt een voetbaldier
te zijn en bovendien Milan-fan. Net als zijn
evenbeeld spreekt hij geen woord over de
grens en wij spreken slechts een beetje
Italiaans, dus is de conversatie overwegend
Babylonisch met hier en daar een vleugje
gebarentaal. Het tijdschrift dat Baggio bij
zich draagt, heet Forza Milan! en is het
clubblad van AC Milan, zeg maar het Ajax
Magazine, maar dan uitgegeven door
Panini, de meneer van de voetbalplaatjes.
We mogen het even inzien en constateren
dat naast Kluivert ook Winston Bogarde
het omslag siert en dat er voorts zes
schitterende fullcolour-pagina's over deze
twee nieuwe colossi d'Olanda in staan.
Spumante
Of we denken dat het iets wordt met die
twee, vraagt Baggio ons. We antwoorden
van wel, omdat we van huis uit optimisten
zijn en denken dat het huidige Ajax niet
onderdoet voor het huidige Milan, en dat
daarom kanjers als Kluivert en Bogarde
hun draai wel zullen vinden in San Siro.
'Dat dachten we hier van Davids en
Reiziger ook,' antwoordt hij gevat, maar je
ziet wat daarvan terecht gekomen is. Nee,
de tijden van Rijkaard, Van Basten en
Gullit zijn definitief voorbij. Olanda finito.'
'Maar dat is onzin,' zeggen we, een beetje
verdrietig wordend, 'Milan gaat volgend
seizoen met de Hollanders hoge ogen
gooien. Ze winnen de Scudetto, let maar
op.'
'Sorry,' schudt Baggio z'n hoofd, 'jullie
zitten ernaast, en ik zal vertellen waarom.
Davids komt nooit meer terug, ook al
herstelt hij volledig van z'n blessure. En
Reiziger, wat heeft die nou gebracht?
Kluivert zal nog vaker geblesseerd raken,
want hij heeft een onevenwichtige bouw.
En Bogarde, die simpelweg kwaliteit
tekortkomt, is aangekocht als wisselgeld bij
de aankoop van echte vedetten.'
'Zullen we wedden dat ze slagen bij Milan,'
houden wij de moed erin, 'zullen we
wedden dat Milan volgend jaar
landskampioen wordt en dat onze jongens
bijna alle wedstrijden meedoen?'
'Dat lijkt me een fijn plan,' antwoordt hij
lachend en steekt zijn hand uit. 'En
wedden we dan om een mooie spumanteV
'Prima,' zeggen we, 'hier, volgend jaar,
zelfde dag, zelfde plaats, de duurste
spumante van heel Milaan.'
Als we met een ferme handdruk afscheid
nemen - we mogen het clubblad houden -
kijken we hem na als hij in de richting
loopt van het Piazza Mercanti en oplost in
de massa. Dan kijken we elkaar heel even
diep in de ogen, slaken een hoorbare zucht
en keren terug de Duomo in. Als we die
fles spumante echt willen winnen, zullen
we toch uit een ander vaatje moeten
tappen. Zou dat wijwater nog ergens naar
smaken?