Foto's: Louis van de Vuurst
de temperatuur heeft hier een behoorlijk
elfstedentochtniveau. Het verbaast ons dan
ook geenszins dat we in de verte, geknield
voor altaar 68a, de heren Sipkema en Kroes
zien zitten. Het aantal beelden en beeldjes
is niet te tellen. Ze zitten vast aan zuilen en
muren, verscholen achter balken en in
gewelven, en zorgen samen met talloze
onduidelijke ornamenten voor een
onhoorbare herrie. Wat is dit voor een
poppenkast, vragen wij ons af. En hoe gaan
we deze stijl noemen? Gotiek, barok,
rococo, renaissance, romantiek of is hier
sprake van een tijdloze tierelantijnistiek,
veroorzaakt door de cumulatie van zes
eeuwen maakmaarwat-architectuur? Op
houten reservebankjes zitten oude
vrouwtjes met gesloten ogen te prevelen. In
hokjes met fluwelen gordijnen luisteren
biechtvaders tegen betaling naar mannen
die vergiffenis vragen voor een boze bui of
een vreemdgang. We breken
onze nek over de bakjes
wijwater waarin we voor het
kruisjeslaan onze vingers
mogen dopen. Voor een
paar duizend lire wordt ons
toegestaan een kaarsje te
branden. We begrijpen
steeds beter hoe de vork
in de katholieke steel
zit en waarom de
kerk zoveel eeuwen
achter elkaar
straffeloos de
onderdrukking heeft kunnen
prediken. Dit is geen liefde en genegenheid
voor een hogere macht, dit is een
zorgvuldig samengestelde stamppot van
somberheid, angst en intimidatie. Dit is
een WK'78-finale spelen in Buenos Aires.
Je bent je leven niet zeker en ook als je
dood bent, zullen
we je het leven zuur maken. Dus doe nou
maar precies wat wij zeggen, dan is er nog
een klein kansje dat je de dans ontspringt.