Colossi d'Olanda door Chris Willemsen Na Edgar Davids en Michael Reiziger tekenden ook Patrick Kluivert en Winston Bogarde voor AC Milan. Over de vooruitzichten van de Nederlanders wordt al tijden druk gespeculeerd. Maar heeft iemand ooit naar de mening gevraagd van Giorgio Armani? En van God? Een onderzoek. Ze is prozaïsch en potsierlijk tegelijk. Ze is schoonheid en serpent. Ze geeft warmte en bezorgt je kippevel. Ze is lichtbruin of camel of grijs of welke kleur je er zelf maar bij voelt. Ze staat stil, maar als je lang naar haar kijkt, beweegt ze als een doelman voor een strafschop. Geen club op de wereld heeft zoveel spitsen als zij. Haar gezicht glimt in de aangename ochtendzon. Als je goed luistert, kun je haar horen neuriën van genoegen. Rond haar fraaie achterste staan, omhuld door oranje plastic zeilen, metershoge steigers, waarop tientallen pleisteraars, schilders en glazeniers met helmen op elkaar dingen toeschreeuwen die onaardig klinken, maar dit kennelijk niet zijn, want ze lachen aan een stuk door. Dit is, kortom, de Duomo, de dom, het curieuze middelpunt van Milaan, de kathedraal aller kathedralen, het bouwwerk waaraan al vanaf 1386 dagelijks gewerkt is en wordt. Dit is de Italiaanse variant van het impotente Nederlandse wegennet: dag en nacht zijn ze eraan bezig, maar klaarkomen doet het nooit. We zijn er een paar dagen tussenuit. Even neuzen in de metropool waar de mode wordt gemaakt. Bevestiging zoeken van de gedachte dat Bond Street, Rue de Faubourg St.-Honoré, Fifth Avenue en Rodeo Drive de wedstrijd nooit zullen kunnen winnen. Tienduizenden mannen en vrouwen lopen om ons heen hun dagelijkse modeshow, op weg naar huis, kantoor, de panifïcio of zomaar ergens heen. Pronken is hier de nationale sport, het uiterlijk is voor de Milanees belangrijker dan het leven zelf. Meisjes van 15 zijn hier 25, meisjes van 55 ook. Hun sieraden zijn fijntjes, de coiffures vers, de make-up is doordacht, de schoenen en accessoires ademen stijl en klasse, en de kleding, mamma miade kleding. De Armani's, Versace's, Corneliani's, Zegna's, Dolce Gabbana's en Allegri's komen als een onontkoombare lawine op ons af. Het flaneert, het deint, het zweeft en het heeft haast, want de mobiele telefoons piepen ons van alle kanten tegemoet, en iedereen heet Pronto of Si. Wat kunnen mensen toch mooi zijn en boeien omdat ze alleen maar zijn wie ze zijn. En wat lopen wij er voor joker bij in onze Hijtjes. Natte deken Met dat gemengde gevoel gaan we de Duomo binnen, wat volgens alle reisgidsjes a a

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 143