ballen en dan zien we wel hoe het loopt. Ik
onderging het maar begrijpen kon ik het
niet. Ik wist dat het harder, scherper zou
zijn en dat er vooroordelen zouden
bestaan, want dat merk je. Toch vond ik
het vreemd dat ik bij voorbaat werd
afgeschreven. Ja, dat leefde ook bij
bepaalde spelers. En bij de pers. Ik had een
stempel en dat stempel bleef ik houden.
Zou ik journalist zijn, dan zou ik het
vervelend vinden wanneer ik een
oorspronkelijke mening later zou moeten
herzien, dat ik een fout zou moeten
erkennen. Daarom vind ik dat je, voordat
je mensen beoordeelt en zelfs bij voorbaat
veroordeelt, eerst de kans moet geven om
zich te bewijzen. In mijn geval was dat niet
het geval. Ik zal niet zeggen dat dat mij veel
pijn heeft gedaan, maar het zat mij ook
niet lekker. Ik heb in de voorbije jaren
nationaal en internationaal toch wat laten
zien en ik denk dat men mijn prestatie
beter op waarde had kunnen schatten dan
is gedaan. Mijn beoordeling door de media
is nooit los gezien van hun eerder bepaalde
vooroordeel, en dat vind ik jammer.
De botsingen
Het zijn niet alleen de voetballende voeten
van Winston Bogarde die worden
beoordeeld, maar ook de persoonlijkheid van
de man. Dat bepaalt mede het beeld van jou
en jouw voetballeven
wordt gekenmerkt door
botsingen. Analyseer je
die voor jezelf?
Ja. Ik ben van nature
heel eigenwijs en ik
denk dat ik dat altijd
zal blijven. Wanneer ik
een mening heb, zal ik
die naar voren
brengen. Ben ik het
ergens niet mee eens,
dan zeg ik dat. Ik ben
direkt, tegenover
iedereen. En je weet
dat het in de
voetballerij niet de
gewoonte is. Veel
mensen hebben daar
problemen mee. Ik
niet. Ook niet
wanneer die
direktheid naar mij
toe komt. Je kunt
H beter eerlijk naar
elkaar zijn om te
H weten wat je aan
elkaar hebt. Dat is
de beste methode.
Dat gebrek aan
direktheid leeft ook
in de kleedkamer. Daar wordt ook niet
altijd open gesproken. Spreek je over Ajax,
dan heb je het over een hoger niveau. En
dat geldt niet alleen het technische
voetbalniveau maar ook de slimheidsgraad
waarop men met elkaar om gaat. Het is
diplomatieker, zou ik bijna zeggen,
gewiekster. Anders dan bij SW, anders
dan bij Sparta. In een groep moet je weten
wat je aan elkaar hebt. Bij mij weet je dat
meteen. In goede en in kwade zin. En dat is
niet bij alle ander spelers zo.
De relatie met de trainer? Laat ik zeggen...
een haat-liefde relatie. Maar misschien is
dat te scherp. Meer liefde dan haat. Ik denk
dat wij allebei een zwak voor elkaar
hebben. Hij heeft mij naar Ajax gehaald en
hij heeft mij keer op keer beschermd en
zijn nek voor mij uitgestoken. En hij heeft
mij ook aangepakt. Terecht. Wanneer het
zo moet zijn, dan moet dat gebeuren.
Zowel positief als negatief denk ik dat
Louis van Gaal mij eerlijk en terecht heeft
aangepakt. Haat-liefde... nee, ik geloof dat
wij in wezen een heel goede relatie hebben
en hadden. Niet alleen in de verhouding
speler-trainer maar ook als mens tegenover
mens.
Ook hij is recht door zee. En hij accepteert
wanneer je daar tegen in gaat. Ik heb het
gevoel gehad dat ik altijd kon zeggen wat ik
wilde. Sommige mensen hebben daar
problemen mee, ik niet.
Je kunt met mij lachen, je kunt mij dollen.
Maar er is een grens. Over die grens moet
je niet gaan, anders word ik link. En dan
interesseert het mij niet of het nu een
trainer of een speler is die voor mij staat.
Dan laat ik zien hoe ik echtben. En in deze
wereld gebeurt het niet veel dat mensen
echt laten zien wie en hoe ze zijn. Dat mis
ik, die echtheid. Wanneer je sterk in je
schoenen staat, heb je er geen moeite mee
je ware gevoelens bloot te geven.
Je bent geblesseerd geweest. Je werkte terug.
Je maakte je klaar voor de belangrijke slag en