Kijk, Ajax is top. Absoluut top. Maar Milan is, voor mij, nog een stap hoger dan die top De entree van Winston Bogarde in die wereld van uitersten was low profile. Een namiddag in de zomer van 1994. De onderhandelingen tussen Ajax en Sparta waren afgerond omtrent de overgang van de voetballer van Sparta. Het spelershome was leeg, de lichten getemperd. Ondanks het ontbreken van de dagelijkse bedrijvigheid en de glamour keek Winston, vergezeld door zijn broer, zijn ogen uit. Dit was Ajax. Dit was waar hij voor gestreden had. Dit was waarvoor hij geofferd had, waarvoor hij op zijn tanden had gebeten. Hier had hij het allemaal voor gedaan. Zijn ogen fonkelden: hij zou het waarmaken. Vastberadenheid en trots straalde uit het zwarte goud dat omhangen werd met wit gewaad met rode baan. Van Gaal wist het, hij voelde het: Winston Bogarde, ruw en ongepolijst, was zwart goud. Een speler waar veel inzat, waar veel uit te halen was. Een voetballer met grote mogelijkheden maar ook een met een moeilijkheidsgraad. Met de koop van Winston Bogarde haalde Louis van Gaal niet alleen een nog volledig in ontwikkeling zijnde talent naar Ajax, hij haalde ook een orkaan naar De Meer. Winston was als een orkaan maar tegelijkertijd ook het graan. Hij was als een storm die woedde en hijzelf was ook het graan dat boog, dat leed en dat zich trachtte op te richten om andermaal gegeseld te worden door de storm. De natuurkracht boog het graan en knakte het graan, bijna. De storm zwol haar spieren, strekte haar pezen en balde haar vuisten. Maar steeds weer rechtte het graan zich. Trotser, glanzender en fierder dan voorheen kwam het overeind. Winston Bogarde woedde over zichzelf, pijnigde zichzelf en pijnigde ook zijn omgeving. Zijn soms niet begrijpende omgeving. Zo'n storm had men zelfs in de bijzondere wereld van extremen nog niet meegemaakt. Minder keek men naar wat de storm dreef dan naar wat de storm had aangericht. Milan Na drie jaar voor turbulentie en schoonheid te hebben gezorgd, is de storm Bogarde in Amsterdam uitgewoed. Kalmte, misleidende kalmte, ligt over de Arena. Winston gaat naar Milaan, naar Milan. Naar een andere wereld van nieuwe extremen. Een wereld van nog uitzonderlijker maatstaven en dientengevolge van nog uitzonderlijker eisen en excessen. Bogarde zal weer woeden, zal weer buigen, zal weer pijnigen en zal weer overeind komen. Het is het verhaal van zijn leven in de wereld waarin je je nooit verveelt. De wereld van het topvoetbal. Beginnen we in de toekomst. Winstonwelke toekomst stap jij dadelijk binnen? 'Ik ga binnen in een nieuw leven, hoewel Milaan niet zo ver van Amsterdam ligt, ga ik naar de andere kant van de wereld. Zo zie ik het. En daar heb ik heel veel zin in, ik zeg je, ik heb er zo'n zin in!. De term 'uitdaging' omvat het allemaal. Het is iets heel anders. De top. In Milaan zal het nog harder worden dan bij Ajax, er wordt door de geweldige concurrentie nog meer van je instelling verwacht, je strijdt met de beste voetballers om een plaats in het elftal en dus wordt er nog meer van je geëist. Je prestatieniveau moet nog hoger, vechten voor je plaats, elke dag opnieuw. Dat ligt mij wel. Concurrentie is een vrij gezonde zaak. Dan weet je dat je de betere bent en tegelijkertijd je ondergeschikt kan maken aan het elftal. Omdat je weet dat je op die manier van de grootste waarde bent voor dat elftal. De filosofie is dezelfde als bij Ajax, alleen de eis is hoger. Je bent Milan, Milan. Hier, bij Ajax, kun je al vrij snel bepalen wat de basis is, wie de bepalende spelers zijn. Daar weet je dat minder. Daar is elke wedstrijd een finale. En ik houd ervan om jezelf aan de hoogste eisen te onderwerpen, je te testen op je kwaliteit. Ik houd ervan om finales te spelen. Heb je er vroeger ooit bij stilgestaan datje voetballeven je zover zou brengen? Van jongs af aan ging het snel, ging het vrij goed. Ik speelde wel meteen in een eerste elftal. Alleen, eh, ik kwam niet vooruit. Ik had net niet het geluk dat er meteen een betere club kwam waar ik mijn talent verder kon ontwikkelen. Zo zie ik het. Nu, na al die jaren van hard werken, kijk ik terug en zie ik dat wat er in het begin niet was er nu wel is; het rendement van mijn ontwikkeling. De stappen van Sparta naar Ajax, van Ajax naar Milan. Maar als jonge voetballer duurde het eigenlijk lang voordat ik vooruit kwam. Milan vind ik een stap hoger en als ik dat zeg, lijkt het er op dat ik Ajax niet hoog inschat. Zo moet je het niet zien. Maar het gaat om de kleine extra dingen. Gevoelsmatig is het totaal AJAX MAGAZINE JULI 1997 131

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 131