Een herinnering aan Van Gaal door Willem Vissers, ANP Het was een koude, natte zaterdagochtend in december 1994. Op de vrijdagavond was Arie van Eijden uitgeluid bij Ajax. De pers voetbalde tegen de sponsors (uitslag 4-3), we dronken een borrel en zetten met een select gezelschap voet richting Haarlem. Collega Edwin Struis en co lieten me Haarlem bij nacht zien, hij liet me zelfs kennismaken met de dorpsgek. Dorpsgekken schijnen ook in de stad te kunnen wonen. Enfin, het was laat, ik sliep bij Edwin op de bank, kwam bij van de koffie van zijn vriendin, liet mijn voeten likken door de hond (Bailey) en vroeg me af wat nou zwaarder was geweest: de wedstrijd of het feest daarna. Nou, eigenlijk wist ik het wel. De volgende ochtend sleepten we ons naar de Meer, waar op het veld naast het stadion een wedstrijdje plaatsvond tussen Ajax 2 en Haarlem. Jörgen Pettersson, de roodharige Zweed, was op proef in Amsterdam. De alweer bijna vergeten Andrei Demtsjenko eveneens. Langs de lijn bekeken we een helftje. De kou trok op langs de broekspijpen, mijn bril had last van de regen. In de rust beklommen we de trappen van het spelershome en laafden we ons aan de door de altijd vriendelijke bediening bij Ajax gezette koffie. En opeens kregen de wat suffige cellen een impuls. Voor het raam, met de voeten

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 119