goede keeper icht geen reddingen Interview door Raymond Bouwman foto's Louis van de Vuurst De betrekkelijke rust die een aantal seizoenen over het doelgebied heerste, moest dit jaar wijken voor een jammerlijke serie incidenten. Waar eerst niemand durfde gaan, liep men nu in en uit alsof het een openbaar urinoir was. Even de poot optillen tegen de doelpaal en dan weer verder. Het ontzag was in de Meer achtergebleven. Edwin van der Sar berustte geen moment, maar boog toch menigmaal het hoofd. Het was een naar seizoen. Waar eigenlijk alle Ajacieden hun niveau deze jaargang niet haalden, leek Edwin van der Sar nog altijd in de vorm van zijn leven. De onmogelijkste ballen belette hij de doorgang. Voor tevredenheid is echter geen enkele ruimte. Bijna geërgerd ontkent Van der Sar zelf een goed seizoen te hebben doorgemaakt. 'Hier en daar heb ik een paar punten voor de ploeg gepakt,' geeft hij toe. 'Maar keepen is meer dan ballen vangen. Het feit dat we zoveel ruimte weggaven, is ook mij aan te rekenen. Ik moet in eerste instantie zorgen dat ik geen reddingen hoef te verrichten. Als ik goed keep, komen ze niet eens bij me in de buurt. Dat heb ik dit seizoen niet voor elkaar gekregen. Dat reken ik mezelf aan. Ik was niet dominant genoeg; kon het verschil niet maken.' Inderdaad, zelden zo'n prutser onder de lat gezien als Van der Sar dit jaar. Welbeschouwd was iedere heroïsche redding een blunder. De buitenwacht begrijpt nog altijd bedroevend weinig van voetbal in het algemeen en het keepersvak in het bijzonder. Hij kent geen hel omdat hij zich geen hemel schept dichtte Klaas Vos in het vorige Magazine. Van der Sar staart met wezenloze blik naar de pagina poëzie. Of hij zich daarin een beetje herkent, is de vraag. De schonkige schouders worden licht opgetrokken, als om aan te geven dat hij nog altijd de anti-held is waar velen hem zo lang voor hebben versleten. 'Ik ben AJAX MAGAZINE JUNI 1997 37

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 37